260 likes | 416 Vues
Een ELO als rode draad voor het leren?. Het gebruik van N@tschool in de master Leren & Innoveren 10 maart 2014, Erik Bolhuis & Aike van der Hoeff. Presentatie. Van een onderzoek naar de invoering van de elektronische leeromgeving in de educatieve master Leren & Innoveren:
E N D
Een ELO als rode draad voor het leren? Het gebruik van N@tschool in de master Leren & Innoveren10 maart 2014, Erik Bolhuis & Aike van der Hoeff
Presentatie • Van een onderzoek naar de invoering van de elektronische leeromgeving in de educatieve master Leren & Innoveren: • - Theoretisch kader • - Onderzoeksvragen en methode • - Resultaten • - Conclusies • - Discussie
Huidige generatie ELO’s • Huidige generatie ELO’s, ook wel ‘Digital teaching Platforms’ genoemd, zijn bedoeld om een sturend instrument te zijn in handen van de leraar, dus leraar gecentreerd • Bedoeld voor een constructivistische manier van leren • Bedoeld voor gepersonaliseerd leren • Bedoeld om altijd te gebruiken, dus ook tijdens contacttijd (face-to-face)
Dede, Christopher & Richards, John (2012),Digital Teaching Platforms, Teachers College Press, New York ISBN 978-0-8077-5316-3
Wat is een DTP precies? • Een digitale omgeving voor docenten en studenten • Bevat het curriculum (wat moet er geleerd worden) en de toetsing (hoe wordt er beoordeeld) • Ondersteunt real-time leraar-gestuurde interactie • Veronderstelt on-to-one computing, d.w.z. elke student een laptop/tablet, en de leraar een laptop/tablet en een digibord bron: Van der Hoeff (2013) De ELO als rode draad in het onderwijs. In: Bolhuis & Van der Hoeff. (2013) Onderwijs met ICT: Leren lesgeven met technologie. Bussum: Coutinho.
9 sleutelfactoren bij invoering van technologie in het onderwijs (de belangrijkste 4) • Technologie integreren in alle delen van het schooljaar • schoolleiders beheersen change-management • Dagelijks online samenwerken door leerlingen/studenten • Technologie minstens wekelijks integreren in het kern-curriculum Greaves, T.; Hayes, J.; Wilson, L.; Gielniak, M.; & Peterson, R., e Technology Factor: Nine Keys to Student Achievement and Cost-Effectiveness, MDR 2010. http://pearsonfoundation.org/downloads/ProjectRED_TheTechnolgyFactor.pdf
Onderzoek • Hoe wordt de ELO in de educatieve master gebruikt? • Met de deelvragen: • Wat is de visie op het gebruik van de elo? • Wat zijn de intenties m.b.t. de invoering van de ELO? • Hoe wordt de elo door docenten geïnterpreteerd? • Wat is van de intenties terug te zien in het onderwijs? • Hoe wordt dit door studenten ervaren en wat is het resultaat daarvan? Van den Akker, J. (2005). Curriculum development re-invented: evolving challenges for SLO. In: Curriculum development re-invented. Letschert, J. (Ed). Enschede: SLO.
Onderzoek • Mixed method (Digitale vragenlijst, Interview, log-files). • Ontwikkelaars: N = 6 • Docenten: N = 11 • Studenten: N = 117, • Vragenlijst 1: N = 5: Eigen vragenlijst naar gebruik ELO • Vragenlijst 2: N = 18: LICTO-vragenlijst
Wat is de Visie op gebruik ELO? • De ontmoeting staat bij de Master Leren en Innoveren centraal. Dit is de ontmoeting met docenten, lectoren en medestudenten. • Naast de ontmoeting is studeren belangrijk. Dit gebeurt individueel en groepsgewijs. • Zowel de ontmoeting als het studeren wordt digitaal ondersteund en/of uitgebreid. • Het digitale deel is op elk moment, vanaf elke plaats op elk device te ontsluiten.
Gevolgen voor de ELO • Nadruk op naslagfunctie • Nadruk op eenvormigheid • BOYD • Andere functies mogen: • Groepsruimte, waarin documenten worden gedeeld • Discussie-fora • Diagnostische toetsen
2012: Blackboard 7 -> Blackboard ? • 2012: Europese aanbestedingstraject • April 2013: nieuwe ELO: N@tschool • Mei - September invoering ELO • Mei inrichting ELO • Juni scholing key-users • Juli - september scholing docenten Intenties m.b.t. de ELO
Scholing MLI door key-user in de vorm van werksessies • Veel on-the-job ondersteuning door korte lijntjes • Video’s op YouTube, bijvoorbeeld: http://youtu.be/frOuLPlyTqQ • Afspraken over de opzet • Controle en rapportage over de opgezette onderwijseenheden. Invoering ELO II
Hoe wordt de ELO door docenten geïnterpreteerd? • - Bij aanvang was de opzet gelijk • - Na een half jaar, zijn er verschillen in opzet • - Maar niet alleen in opzet. Ook in gebruik
Docenten, direct na de invoering: • ‚Ik voel me slecht thuis in de ELO. Ik kijk er zo min mogelijk in’ • ‚Het kost me veel tijd om alles goed er in te krijgen’ • ‚Ik krijg goede reacties van studenten’ • ‚Prettige leeromgeving, studenten zijn blij met de opzet’ • ‚Ik heb alles te snel in willen zetten. Niet alles werkt goed. De hele invoering is veel te gehaast gebeurd’
Docenten, na een half jaar: • ‚Ik gebruik de ELO alle lessen. Ik zou zo langzamerhand ook wel wat meer er mee willen doen’ • ‚Ik gebruik de ELO niet veel. Maar waarom zou ik? De ELO is een hulpmiddel, geen doel?’
Kort scholingsmoment • Gebruik van Webtools in N@tschool: o.a. Answergarden, titan-pad, socrative. • Gebruik van log-files om zicht te krijgen op de mate waarin een student actief is in de onderwijseenheid
Gebruik digitale middelen door studenten in hun eigen lespraktijk (vragenlijst, N = 18)
Conclusies • Visie: fysieke omgeving is leidraad, digitale omgeving is daaraan ondergeschikt. • Intenties: Gericht op een geordende ELO, BOYD-ready • Docenten: op orde, maar gaan daarna ieder op zijn eigen wijze mee aan de gang. De één voelt zich er thuis, de ander niet. • Gebruik: heel verschillend • Studenten: maken er ook heel verschillende gebruik naar
Vervolgonderzoek • Hoe waarderen studenten de ELO? • Diepte interview met een negental studenten die respectievelijk weinig gebruiken, middelmatig gebruiken en veel gebruiken.
Vervolgstap • Herziening visie? • Integreren met didactiek bijeenkomsten? • Groepselementen gebruiken (Opslag documenten, discussie-fora) • Sociale aanwezigheid: afspraken maken
Literatuur • Dede, C & Richards, J. (2012), Digital Teaching Platforms, New York, Teachers College Press • Droste, J. (2003). Het kiezen van een elektronische leeromgeving. Den Bosch: Cinop. • Higgins, S. (2003). Does ICT improve learning and teaching in schools? London: BERA. • Kennisnet (2013). Vier in balans. De laatste stand van zaken van ict in het onderwijs. Zoetermeer: Kennisnet. • Means, B., Toyama, Y., Murphy, R., Bakia, M. & Jones, K. (2009). Evaluation of evidence-based practicies in online learning: a meta-analysis and review of online learning studies. Washington: U.S. Department of Education. • Liao, Y.C. & Hao, Y. (2008). Large-scale studies and quantative methods. In: Voogt, J. & Knezek, G. International Handbook of information technology in primary and secundary education. p. 1019-1036. • Onderwijsraad (2011). Naar hogere leerprestaties in het voortgezet onderwijs. Den Haag: SDU. • Strijker, I. & Van ‚t Riet, P. (2012). De LICTO-schaal voor ICT-gebruik docenten. Zwolle: Lectoraat ICT en Onderwijsinnovatie. • Van den Akker, J. (2005). Curriculum development re-invented: evolving challenges for SLO. In: Curriculum development re-invented. Letschert, J. (Ed). Enschede: SLO. • Van der Hoeff, A. (2013). De ELO als rode draad voor het leren. In: Bolhuis, E. & Van der Hoeff, A. (2013) Onderwijs met ICT: Leren lesgeven met technologie. Bussum: Coutinho. • Voogt, J. & Roblin, N.P. (2012). Effectiviteit van leermaterialen in het voortgezet onderwijs: een literatuurstudie. Enschede: Universiteit van Twente.