1 / 26

De Tien Tijdvakken

De Tien Tijdvakken. De tien tijdvakken. De geschiedenis werd vroeger als volgt ingedeeld: Prehistorie (tot 3000 voor Christus) Oudheid (3000 vC tot 500 nC) Middeleeuwen (500-1500) Nieuwe of Vroegmoderne Tijd (1500-1800) Nieuwste of Moderne Tijd (1800-nu). De Tien Tijdvakken.

jaron
Télécharger la présentation

De Tien Tijdvakken

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De Tien Tijdvakken

  2. De tien tijdvakken • De geschiedenis werd vroeger als volgt ingedeeld: • Prehistorie (tot 3000 voor Christus) • Oudheid (3000 vC tot 500 nC) • Middeleeuwen (500-1500) • Nieuwe of Vroegmoderne Tijd (1500-1800) • Nieuwste of Moderne Tijd (1800-nu)

  3. De Tien Tijdvakken • Het geschiedenisonderwijs wordt nu ingedeeld in tien tijdvakken. Elk tijdvak heeft kenmerken. Dat zijn bijzondere gebeurtenissen, ontwikkelingen binnen een tijdvak. • Bijvoorbeeld: het ontstaan van de landbouw is een kenmerk van het tijdvak ‘jagers en boeren’.

  4. De Tien Tijdvakken • Welke tijdvakken zijn er? • jagers en boeren (tot 3000 vC) • grieken en romeinen (3000 vC tot 500 nC) • monniken en ridders (500-1000) • steden en staten (1000-1500) • ontdekkers en hervormers (1500-1600) • regenten en vorsten (1600-1700) • pruiken en revoluties (1700-1800) • burgers en stoommachines (1800-1900) • Wereldoorlogen (1900-1950) • TV & Computer (1950-nu)

  5. De Tien Tijdvakken Prehistorie • Jagers en boeren Oudheid • Grieken en romeinen Middeleeuwen • Monniken en ridders • Steden en staten Nieuwe of Vroegmoderne Tijd • Ontdekkers en hervormers • Regenten en vorsten • Pruiken en revoluties Nieuwste of Moderne Tijd • Burgers en stoommachines • Wereldoorlogen • TV & Computer

  6. Jagers en Boeren • Dit tijdperk gaat over de eerste jagers en het ontstaan van de landbouw. Belangrijk om te weten: • Hoe leven jagers en verzamelaars? • Het ontstaan van landbouw, en dus op 1 plek blijven wonen. • Het ontstaan van de eerste steden in Egypte. • Wanneer eindigt de prehistorie?

  7. Jagers en Boeren

  8. Grieken en Romeinen • Dit tijdvak gaat over de Grieken en Romeinen, twee belangrijke beschavingen Belangrijk om te weten: • Opkomst handel, groei van de steden. • Eerste landbouw-stedelijke samenleving • Romeinen namen veel van de Grieken over; Griekse wetenschap, godsdienst, bouwkunst, enz. • Iedereen nam de Romeinse cultuur over: taal, godsdienst, handel, kleding: Romanisatie • Opkomst van het christendom als de eerste monotheïstische godsdienst. Eerste verboden, later verplicht. • Als het West-Romeinse rijk uit elkaar valt door binnenvallende stammen stopt deze periode. (oudheid stopt ook)

  9. Grieken en Romeinen

  10. Monniken en Ridders Belangrijk om te weten: • Begin van de middeleeuwen. • West-Europa wordt geheel een landbouw samenleving. Het is niet meer veilig voor de handel. Steden worden verlaten. Iedereen leeft op het platteland. • Voor veiligheid: hofstelsel en horigen • De verspreiding van het christendom in geheel Europa • Het ontstaan en de verspreiding van de islam • Het ontstaan van het feodale systeem: leenstelsel. Koning leent land uit in ruil voor soldaten, om zo zijn land te kunnen besturen.

  11. Monniken en Ridders

  12. Steden en Staten • Dit tijdperk gaat over de tijd van de eerste steden en het ontstaan van staten Belangrijk om te weten: • 2e helft van de Middeleeuwen • De opkomst van handel en gilden, dus opnieuw een landbouw-stedelijke samenleving • Steden willen zichzelf besturen en rechtspreken, en kopen stadsrechten. • Koningen willen meer macht, en gaan veel landen inpikken, en er komt centralisatie • Scheiding tussen kerk en staat: zij mogen zich niet meer met elkaar bemoeien.

  13. Steden en Staten

  14. Ontdekkers en Hervormers • Dit tijdperk gaat over de ontdekking van de wereld en de hervormers van het geloof Belangrijk om te weten: • Einde Middeleeuwen, start Vroegmoderne tijd. • Begin Renaissance: dingen van Grieken en Romeinen kopiëren; bv wetenschap, theater, bouwkunst. • Aarde bleek rond: Europese gaat kolonies inpikken aan de andere kant van de wereld. • Ontdekkingsreizigers: Vasco da Gama, Columbus. • Reformatie: de splitsing van de christelijke kerk: katholiek en protestants. • Protestants Nederland wil niet meer bij Katholieke Spanje horen. Na 80 jaar vechten; Republiek der 7 Verenigde Nederlanden.

  15. Ontdekkers en Hervormers

  16. Regenten en Vorsten • In de Republiek noemen we dit de Gouden Eeuw, een periode van grote economische bloei. In Europa hebben vorsten onbeperkte macht  Belangrijk om te weten: • Vorsten hadden de absolute macht • De Nederlandse Republiek was wel bijzonder: Geen absolute vorst, maar regenten bestuurden het land. • En: de groei in de economie en de schilderkunst: de Gouden Eeuw. • Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie • De wetenschappelijke revolutie: wiskunde, natuurkunde en sterrenkunde.

  17. Regenten en Vorsten

  18. Einde herhaling brugklas stof

  19. Pruiken en Revoluties • De tijd van de Verlichting en de pogingen om de macht van de vorsten te beperken  Belangrijk om te weten: • Opkomst Verlichting: invloed op: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen • Mensen gaan zelf nadenken; bv: hoe moet een land geregeerd worden? • Frankrijk had een absoluut vorst: Lodewijk de 16e. • 1789: start Franse Revolutie; standensamenleving werd afgeschaft, en er kwam een grondwet. • 1799: Napoleon aan de macht, wordt keizer. • Zijn broer werd koning van Nederland, dus ook wij krijgen veranderingen.

  20. Pruiken en Revoluties in Amerika • Revolutie in Amerika: door de Amerikaanse Vrijheidsoorlog kwam de kolonie Amerika los van Engeland. Werd toen de VS. • Scheiding van machten: doorgevoerd in bestuur. • Geen grondrechten voor de slaven. • Na een burgeroorlog, werd in 1865 slavernij afgeschaft.

  21. Pruiken en Revoluties

  22. Burgers en Stoommachines • De tijd van de Industriële Revolutie in Europa, met alle gevolgen van dien Belangrijk om te weten: • De Industriële Revolutie begint in Engeland. • Opkomst fabrieken en groei van steden. • Arbeiders hebben het slecht. • NL was een constitutionele monarchie: koning, maar wel gebonden aan grondwet. • Liberalisme: rijke burgers die veel vrijheid willen • Opkomst socialisme: arbeiders die ook invloed willen; willen stemrecht. • Confessionelen: godsdienstige groepen wilden dat hun scholen ook geld kregen. • Feministen willen vrouwenrechten. 1919: vrouwenkiesrecht.

  23. Vanaf 1870: Modern imperialisme: kolonies inpikken voor macht en handel. • Door nationalisme vond men dat zij dat wel mochten: blanken waren beter dan de rest. • Veel racisme in kolonies. • NL had Nederlands-Indië.

  24. Burgers en Stoommachines

  25. Einde stof van de 2e klas

More Related