1 / 15

Selectie op ethische waarden: Ethische bagage als noodzakelijke competentie

Selectie op ethische waarden: Ethische bagage als noodzakelijke competentie. Paul Jansen Management & Organisatie Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Vrije Universiteit Amsterdam Prof.dr. P.G.W. Jansen Hoogleraar Bedrijfspsychologie

jaser
Télécharger la présentation

Selectie op ethische waarden: Ethische bagage als noodzakelijke competentie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Selectie op ethische waarden: Ethische bagage als noodzakelijke competentie Paul Jansen Management & Organisatie Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Vrije Universiteit Amsterdam Prof.dr. P.G.W. Jansen Hoogleraar Bedrijfspsychologie De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam www.accr.nl, pjansen@feweb.vu.nl Selectie op ethische waarden /PGW Jansen NOA 19-09-08

  2. Structuur Waarover hebben we het? (Tenbrunsel, A.E. & Smith-Crowe, K. (2008). Ethical decision making: Where we’ve been and where we’re going. The Academy of Management Annals, 2, 545-607): (1) moral awareness  (2) moral decision making  intention to behavior  actual behavior NB: amoreel  immoreel!: intended unethicality vs unintended unethicality Wat zijn bepalende factoren van (1) en (2)? • Persoonsfactoren: is daarop selectie mogelijk? Of kwestie van ontwikkeling? • Situatiefactoren: hoe die sociaal-organisatorisch in te richten? Selectie op ethische waarden /PGW Jansen NOA 19-09-08

  3. Soorten problemen

  4. Welke type vraagstukken domineert? • Is beslissen op grond van dilemma (nr.3 of 4) de kern van het werk van de advocaat?: Waarnemen & expliciteren van een waardenconflict • Of vooral technisch specialist (nr.1)? • Of vooral intercollegiaal professioneel overleg (nr.2)? • In welke mate is er variatie in deze beroepsopvattingen? • Waarmee hangt die samen? Selectie op ethische waarden /PGW Jansen NOA 19-09-08

  5. Waarover hebben we het?Enige definities • Rest (1986): Morality- “How humans cooperate and coordinate their activities in the service of furthering human welfare, and how they adjudicate conflicts among individual interests”. • Trevino et al. (1991): “Behavioral ethics refer to individual behavior that is subject to or judged according to generally acceptedmoral norms of behavior”. • Jones (1991): “An ethical decision is a decision that is both legally and morally acceptable to the larger to the larger community”. Selectie op ethische waarden /PGW Jansen NOA 19-09-08

  6. Ethiek: juistheid van handelen (normen) Blijkbaar verschillende invullingen van ethiek of rechtvaardigingsgrondslagen. Handelen is juist omdat het: • tot gewenste gevolgen leidt (human welfare, individual interests). Advocaat als ondernemer. • in overeenstemming is met stelsel van plichten (generally acceptedmoral norms).Advocaat als bekleder van ambt. • in specifieke situatie de beste oplossing is (larger community). Advocaat als raadspersoon. • Verschil met 1: niet alleen gevolg is maatgevend. • Verschil met 2: in concrete situatie zijn er meerdere conflicterende plichten (waarden). Gevolg geven aan plicht X leidt tot schending van plicht B.  Belang van redenering: keuze voor bepaalde deugden. Selectie op ethische waarden /PGW Jansen NOA 19-09-08

  7. Ad 3. Advocaat als raadspersoon Competent in aanpak van ethisch vraagstuk: gedrag + (ethisch) criterium voor effectieve oplossing Drie deugden (Aristoteles) • Prudentia (wijsheid): verstand (hoofd) • Fortitudo (dapperheid): emotie (hart) • Temperantia (bezonnenheid): begeerte (onderlichaam) Een overkoepelende deugd: iustitia (rechtvaardigheid) Selectie op ethische waarden /PGW Jansen NOA 19-09-08

  8. Kohlberg: typen moreel redeneren • Pre-conventioneel (teleologisch, utilitaristisch) 1. Straf & gehoorzaamheid 2. Eigenbelang, voor wat hoort wat • Conventioneel (deugd/inhoudelijk) 3. Goede relaties: Wat verwacht de groep (‘men’) van mij? 4. Sociale orde handhaven: Wat verwacht het systeem (de ‘wet’) van mij? • Post-conventioneel (deontologisch/plicht/formeel) 5. Sociaal contract & individuele rechten 6. Universele principes. Selectie op ethische waarden /PGW Jansen NOA 19-09-08

  9. Bepaling van moreel niveau mbv algemene dilemma’s: Heinz-dilemma (Kohlberg, 1963) “In Europe, a woman was near death from a special kind of cancer. There was one drug that the doctors thought might save her. It was a form of radium that a druggist in the same town had recently discovered. The drug was expensive to make, but the druggist was charging ten times what the drug cost him to make. He paid $200 for the radium and charged $2,000 for a small dose of the drug. The sick woman's husband, Heinz, went to everyone he knew to borrow the money, but he could only get together about $ 1,000 which is half of what it cost. He told the druggist that his wife was dying and asked him to sell it cheaper or let him pay later. But the druggist said: "No, I discovered the drug and I'm going to make money from it." So Heinz got desperate and broke into the man's store to steal the drug-for his wife. Should the husband have done that?”  Belang van aard van morele oordeelsvorming: moreel redeneren Selectie op ethische waarden /PGW Jansen NOA 19-09-08

  10. Voorbeeld van beroepsgericht dilemma uit accountancy (Limperg Instituut) U wordt benaderd door een mogelijk toekomstige cliënt. Deze is nu nog werknemer bij een huidige cliënt van U en bekleedt in dat bedrijf een belangrijke positie. De werknemer vertrouwt U ongevraagd toe dat hij van plan is een eigen bedrijf op te zetten in concurrentie met zijn huidige werkgever en dat hij in de afrondende fase van onderhandeling is met ander sleutelpersoneel van het bedrijf. U heeft de werkgever altijd als zeer integer naar het personeel toe gezien en weet dat deze zich de laatste tijd sterk internationaal georiënteerd heeft. Hoewel het bedrijf opereert op een groeimarkt, zou de continuïteit van het bedrijf in gevaar kunnen komen als de plannen van de werknemer doorgaan. Maakt U deze plannen kenbaar aan uw cliënt? Selectie op ethische waarden /PGW Jansen NOA 19-09-08

  11. Resultaten uit onderzoek bij NL accountants (Limperg Instituut, 1997): bepalende factoren Algemeen Dilemma (AD: theoretisch niveau) versus Beroepsgericht Dilemma (BD: feitelijk niveau) AD • hogere score bij hoger opleidingsniveau • accountscore lager dan verwacht ogv opleidingsniveau AD-BD • AD>BD: “Tussen droom & daad…” • bij langere diensttijd daalt BD • verschil AD-BD stijgt met leeftijd • in Noordelijke regio’s kleiner verschil AD-BD • bij kleinere kantoren kleiner verschil AD-BD • belang van de maatschap > ‘eer van de stand’ Selectie op ethische waarden /PGW Jansen NOA 19-09-08

  12. Bepalende factoren van moral awareness(Tenbrunsel, A.E. & Smith-Crowe, K., 2008) In het algemeen incomplete & tegenstrijdige resultaten. Belangrijkste persoonsfactoren: • Waarden: utilitaristisch, deontologisch, relativistisch, communitaristisch • Ethische ervaring: discussies, training -maar niet opleiding of werkervaring • Moreel disengagement: via cognitieve reframing van de situatie zich distantiëren van ethische aspecten van een situatie Situatiefactoren hebben meer invloed: • Morele intensiteit van het vraagstuk (oa impact, sociale consensus) • Ethische infrastructuur (organisatieklimaat, (in)formele systemen) Deze bepalen of een vraagstuk wordt gecodeerd als ethisch. Selectie op ethische waarden /PGW Jansen NOA 19-09-08

  13. Bepalende factoren van moral decision-making(Tenbrunsel, A.E. & Smith-Crowe, K., 2008) In het algemeen incomplete & tegenstrijdige resultaten. Belangrijkste persoonsfactoren: • Waarden: • bijvoorbeeld bij grotere prestatieoriëntatie meer bereid onethisch gedrag te rechtvaardigen • Utilitaristen: verdelende rechtvaardigheid • Formalisten: procedurele rechtvaardigheid • Wellicht geslacht: vrouwen ‘iets’ ethischer, maar iha is situatie sterkere factor dan geslacht • Wellicht werkervaring (negatief) Situatiefactoren hebben meer invloed • (vrijwel dezelfde bevindingen als bij moral awareness) Selectie op ethische waarden /PGW Jansen NOA 19-09-08

  14. Selectie? Problemen bij selectie op persoonsdeterminanten van (1) moral awareness of (2) moral decision making: • Weinig relevante persoonsfactoren • Relevante factoren hangen samen met (werk)ervaring • Selectie op waarden? Maar afhankelijk van de ‘framing’ van de situatie (bijvoorbeeld business frame of societal frame) moet de advocaat verschillende waarden kiezen: utilitaristisch (voordeel; ondernemer), deontologisch (plicht; ambt), sociale orde (in gemeenschap gedragen oplossing; raadspersoon).  Niet selectie op persoon maar interventie via situatie: • action control, results control, social control Selectie op ethische waarden /PGW Jansen NOA 19-09-08

  15. Does the present function contain tasks which are a sample of the function for which the candidate is to be assessed? no  yes techniques for -------------Is it possible to acquire the invoking no information on present function behaviour performance in a reliable, valid, efficient, and ethic way?  real verbal written  yes life  situative techniques for recording interview past function behaviour  assessment mental test interview center personality application letter questionnaire biographical questionnaire references accomplishment record performance appraisal focus on present behaviourfocus on past behaviour

More Related