1 / 92

De integratie van Europa. Een historische balans

De integratie van Europa. Een historische balans. Ehsal Politieke Geschiedenis, Academiejaar 2006-2007. Praktisch. Handboek: Boxhoorn en Jansen, “De integratie van Europa. Een historische balans” (Bussum, 2002, Coutinho) Politieke geschiedenis: 1ste semester: hoorcolleges

leona
Télécharger la présentation

De integratie van Europa. Een historische balans

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De integratie van Europa. Een historische balans Ehsal Politieke Geschiedenis, Academiejaar 2006-2007

  2. Praktisch • Handboek: Boxhoorn en Jansen, “De integratie van Europa. Een historische balans” (Bussum, 2002, Coutinho) • Politieke geschiedenis: • 1ste semester: hoorcolleges • 2de semester: VOP • Examen: begrippen, inhoudsvraag en verbandenvraag, actualiteit!!

  3. Praktisch • Spreekuur op dinsdag oneven weken (10u30 tot 12u30) of woensdag even weken (8u30 tot 10u30) • Lokaal: 4307 (Ehsal 3) • Yves.segers@icag.kuleuven.be of yves.segers@ehsal.be

  4. Inleiding • Wat is integratie? • Waarom integratie na WOII? • Kanttekeningen bij integratie • Sterkste partij • Veranderende machtsverhoudingen • Niet onomkeerbaar

  5. Inleiding • Formele en substantiële integratie • Voorwaarden substantiële integratie

  6. 1. Europa 1815-1914 • Inleiding • Europese eenheid geen topic • Liberalisme, socialisme, nationalisme (doctrines) • Eeuw van “revoluties” • Nationalisme = “veelkoppig monster”

  7. 1. Europa 1815-1914 • 2. Het Europese concert • Congres van Wenen (1815) • Nieuw statensysteem Europa • 3. Italiaanse en Duitse eenwording • Liberale revolutiegolf 1830 • Nieuwe golf van 1848 • Krimoorlog (1852-1856) • Eenmaking

  8. 1. Europa 1815-1914 • 4. Tijdperk van de ententes • Van collectief systeem naar ententes • Internationale politieke en economische rivaliteit • Balkan = kruidvat • Triple Alliantie versus Entente Cordiale • Resultaat = Wereldoorlog I

  9. 1. Europa 1815-1914 • 5. Idee Europa als eenheid • Afwezig, op enkele visies na (cfr. Duroselle) • Diversiteit • Geweld • “Consentement mutuel” • Eerste stappen internationale samenwerking • Haagse vredesconferentie (1899)

  10. 1. Europa 1815-1914 • Conclusie: • “Europese eenheid” nog geen dominant thema • Ordening echter niet voldoende; nood aan georganiseerde samenwerking (cfr. Volkenbond)

  11. 2. De onttakeling van Europa • 2.1. Inleiding • WOI richt ware ravage aan • WOI zorgt voor achteruitgang Europa inzake economie, ook op politiek en militair vlak, kortom als wereldmacht • Grote winnaars zijn Japan en vooral VS • Doemdenken: Untergang des Abendlandes (Sprengler) • Pessimisme na-oorlogs Duitsland, cfr. Weimar-republiek

  12. 2. De onttakeling van Europa • 2.2. Het Verdrag van Versailles • Overwinnaars samen in 1919; zonder Rusland en “verliezers” • Woodrow Wilson (VS), David Lloyd George (UK), Georges Clemenceau (F): elk eigen agenda, geen rekening met andere landen • F wil strenge vrede • UK overheid is soepel, maar publieke opinie niet • VS gaat voor zelfbeschikking en democratie; mondiale visie (niet Europees)

  13. 2. De onttakeling van Europa • 14-punten plan Wilson • Elk volk recht op eigen staat • Zelfbeschikking Europese kolonies • Principe van neutraliteit • Verbod op geheime diplomatie • Internationale vrijhandel • Oprichting Volkenbond • … • Maar finaal zal VS het Verdrag van Versailles niet ondertekenen! (partijtegenstellingen en isolationisme)

  14. 2. De onttakeling van Europa • Bepalingen Verdrag van Versailles (28 juni 1919) • Duitsland verliest grondgebied; kolonies worden mandaatgebieden Volkerenbond • Militaire slagkracht ingeperkt en dienstplicht afgeschaft • Enorme schuldaflossing: 269mio goudfrank in 42 jaar • Duitsland krijgt morele schuld oorlog • Oprichting Volkenbond: bevorderen internationale samenwerking en bewaken wereldvrede • Reactie: “diktat von Versailles”; te streng

  15. 2. De onttakeling van Europa • Bepalingen Verdrag van Saint-Germain (1920) • Einde dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije; drie nieuwe staten O, H, Tsj; andere delen naar nieuwe staten, bv. P en Y. • Herverkaveling Europa geen succes • Niemand tevreden, ook “overwinnaars” niet (bv. It) • Kolonies? • Zelfbeschikking volkeren niet gerealiseerd • Te weinig concrete aandacht voor minderheden • Staatsnationalisme primeerde

  16. 2. De onttakeling van Europa • Volkenbond • “nooit meer oorlog” • Wereldorganisatie van nationale staten • Dubbeldoel: samenwerking en vrede/veiligheid • Maar belangrijke spelers zijn geen lid: • VS wil niet • Duitsland: omwille van oorlog en Rusland: omwille van communisme • Gaan militaire toenadering zoeken, via Verdrag van Rapallo (1923) • Acteert zwak, uitzonderingen zijn spanningen Bulgarije-Griekenland en minderheden vraagstuk

  17. 2. De onttakeling van Europa • Betere relaties in Europa • Dawes-plan, 1924 (later Young-plan): regelt herstelbetalingen Duitsland • Reorganisatie Rijksbank • Herstelbetalingen op lange termijn • Amerikaans geld voor Duitse economie • Conferentie van Locarno (1925) • Duitsland erkent grenzen met B en Fr; niet in Oosten • Bijstandsverdragen • Duitsland lid Volkenbond • Economische groeitijden

  18. 2. De onttakeling van Europa • 2.3. Mars naar de afgrond • Economische crisis jaren 1930; Duitsland meer dan andere landen getroffen • Duitsland in handen van Hitler: nationaal-socialisme • Italië in handen van Mussolini: fascisme • Europese landen geen antwoord: “appeasement” politiek Chamberlain faalt; Frankrijk te zwak; rol pacifisme • Concrete stappen naar en tijdens oorlog, zie pp. 47-52

  19. 2. De onttakeling van Europa • 2.4. Europa als eenheid • Meer ideeën in die richting dan vroeger • Ortega y Gasset: “De opstand der horden” • Europa verliest wereldhegemonie, cultureel overwicht: massacultuur, nationalisme, “desocialisatie” • Oplossing: meer Europese eenheid • Coudenhove-Kalergi: “Pan-Europa” • Oprichting Europese Unie, zonder Rusland en UK • Veiligheid, economisch beleid, angst communisme

  20. 2. De onttakeling van Europa • Plannen Briand passen hierin; vindt gehoor bij Stresemann (Erfüllungspolitik). Resulteert in Frans-Duitse toenadering 1926-1929 • Politieke federatie voor veiligheid en stabiliteit, tegen economische dominantie VS, gemeenschappelijke Europese markt • Memorandum Briand en Franse regering in 1930 door andere landen slecht onthaald, “refus poli” • Hitler geen interesse in Europese eenheid • Mussolini koketteert met pan-Europese eenheid • Spinelli en Rossi: “Ventotene-manifest” voor een vrij en verenigd Europa: meer dan economische samenwerking

  21. 2. De onttakeling van Europa • 2.5. Conclusie • Ander Europa, andere internationale verhoudingen, rol VS • Slechte afhandeling WOI aanleiding WOII • Te weinig overleg: in Europa, zwakke Volkenbond • Jaren 1930: herlevend agressief nationalisme • Plannen Europese eenheid weinig concreet; hoofdthema is economische samenwerking

  22. 3. De deling van Europa • 3.1. Ontstaan Koude Oorlog • Mei/september 1945: vrede • Weinig eenheid bij geallieerden: USSR vs. Rest; cfr. vaagheid Jalta en Potsdam • Democratie in Oost-Europa? • Poolse kwestie • VS: willen weg uit Europa • Plannen USSR: veiligheid, interne machtsstrijd, psyche Stalin

  23. 3. De deling van Europa • Koude Oorlog • ideologisch conflict of machtsconflict rond Europese ruimte? • Europese landen “kiezen” kamp bevrijden; probleem Oostenrijk en Duitsland

  24. 3. De deling van Europa • 3.2. Bevrijden en bezetten • Deel VS, deel Rusland • Oostenrijk en Duitsland samen bezetten • Speciale gevallen: Finland, Italië, Joegoslavië • Herstellen democratie in Westen; in het oosten volgt Sovjetmodel (veiligheid)

  25. 3. De deling van Europa • 3.3. De Duitse kwestie • 4 geallieerden bezetten Duitsland en Oostenrijk • Weinig problemen in O’rijk • Duitsland is problematisch • 4 zones olv Geallieerde Beheersraad • Berlijn apart en afzonderlijke regeling • Elke regio eigen beleid • Problemen: Polen, migratie & voedsel, ontmanteling

  26. 3. De deling van Europa • Verwijdering vanaf 1947-1948 • Duitse Mark betaalmiddel, 1948 • Blokkade Berlijn door USSR; oplossing is luchtbrug westen (11m) • 1949: geallieerden dragen bevoegdheden over aan regering BRD; sovjetzone wordt DDR

  27. 3. De deling van Europa • 3.4 VS en samenwerking West-Europa • Europa verzwakt na WOII, ook GB (leningen, organisatie bezettingszone, Griekenland) • Andere landen ook economische problemen • VS in de bres voor Europa • Griekse kwestie • Truman doctrine: “containment” • European Recovery Programme (ERP) of Marshall-plan ‘1947): samenwerking, liberalisering wereldhandel, USSR doet niet mee • Oprichting OEES; in 4 jaar 13 miljard dollar

  28. 3. De deling van Europa • VS steun ook voor BDR; Frankrijk eist veiligheidsgaranties, VS vraagt Europese militaire samenwerking • Conferenties en akkoorden: • (1948): Verdrag van Brussel, militaire samenwerking tussen Benelux, F, GB • (1949): NAVO, VS-Canada-Westerse Unie, plus Y, N, D, P; vanaf 1952 ook G en T +artikel 5 • OEES en NAVO: belangen lidstaten primeren, geen overdracht bevoegdheden

  29. 3. De deling van Europa • 3.5. Federatie of Unie? • Zoektocht naar samenwerking/eenwording Europa (vrede en economie) • Federatie: om nationalisme in bedwang te houden; supranationaal gezag • Unie: respect voor verleden diverse staten • Europese Beweging en Congres van Den Haag (1948) • Europese Assemblee: F, GB, Benelux. Ieder eigen visie • Compromis: Raad van Europa (weinig impact, wel democratie en rechten van de mens); assemblee en comité van ministers; in 1949 tien leden

  30. 3. De deling van Europa • Einde jaren 1940 in Europa 3 intergouvernementele organisaties: • Economie = OEES (rol VS) • Militair = NAVO (olv VS) • Politiek = RvE

  31. 3. De deling van Europa • 3.6. Vorming van het Oostblok • Oost-Europa meer buffer dan bondgenoot USSR • Economisch beleid ifv USSR = monocultuur • Oost-Europa in communistisch gareel, cfr strategie “Volksfront” en “Volksrepubliek” • Elk land eigen verloop: Bul (1947), Roe (1948), Hon (1949), Polen (1952), Ts-S (1948), Albanië • Uitzondering: Joegoslavië (Tito)

  32. 3. De deling van Europa • Comecon (1949) voor economisch samenwerking; Warschaupact voor militaire bijstand (1955) • Communistische regimes = betrouwbare bondgenoten? Strategie USSR: • Militaire aanwezigheid • “de rechte leer”, cfr Kominform (1947); ook Italiaanse en Franse communisten lid; Joegoslavië en China weg in 1948-1949 • Bilaterale verdragen ipv multilaterale samenwerking

  33. 3. De deling van Europa • 3.7. Slotopmerkingen • Westen vs. Oosten; kapitalisme vs. Communisme; vrijheid vs. Onderdrukking • Gewapende vrede, tot 1990 • Ijzeren gordijn: gescheiden werelden • Verschillen oost en west • In Westen samenwerking oiv VS • Pluriformiteit westen • Klemtoon in westen op economische samenwerking; niet zozeer op politieke eenmaking • Westerse eenheid beperkt

  34. 4. De Koude Oorlog van 1950 tot 1970 • 4.1. Koude oorlog breid zich uit • Bipolair wereldstelsel: VS en USSR • Europese invloed minder • Dekolonisatie • Deling Duitsland; “Ijzeren gordijn”; NAVO versus Warschaupact • Spanning en ontspanning (détentes): diplomatie, overleg • VS en USSR verschillende mening; “vreedzame coëxistentie” versus buitenlands beleid

  35. 4. De Koude Oorlog van 1950 tot 1970 • Einde jaren 1940 tal van spanningen in Europa • Vredesverdrag en deling Duitsland • Communistische machtsgreep in Tsjech-Slov • Crisis rond Berlijn • Dominantie USSR in Oost-Europa • Ook in China • Tjang Kai-sjek verdreven door Mao Zse Dong • Conflict in Korea (38ste breedtegraad) • Ingreep VN • Amerikaanse/Europese en Chinese troepen

  36. 4. De Koude Oorlog van 1950 tot 1970 • 4.2. Crises in Europa en Midden-Oosten • Koreaanse oorlog zorgt voor herbewapening in Europa en militaire samenwerking: • Frans plan voor Europese Defensiegemeenschap (EDG) • Brits plan voor West-Europese Unie (WEU, 1954): veiligheid en intergouvernementeel • Britse en Amerikaanse troepen in Dtl. • BRD lid NAVO in 1955 • Warschaupact (mei 1955), olv sovjetcommando • Speciale rol voor Tito en Joegoslavië: ondernemingsvrijheid

  37. 4. De Koude Oorlog van 1950 tot 1970 • Amerikanen kiezen vanaf 1953 voor nucleaire strategie, omwille van hoge uitgaven Koreaanse oorlog • Eisenhower kiest voor strategie Massive retaliation; afschrikkingseffect. Cfr. Conflict in Korea • Overleiden Stalin in maart 1953 • In USSR ontstaat machtsvacuüm; later Nikita Chroetsjov op de voorgrond • Ontdooiing: vredesverdrag voor Oostenrijk in 1955; land word neutraal en souverein; conferentie van Geneve (juli 1955)

  38. 4. De Koude Oorlog van 1950 tot 1970 • Maar vanaf 1956 opnieuw spanningen: • Situatie in Hongarije: onlust nav destalinisatie • Situatie in Midden-Oosten: • 14 mei 1948 onafhankelijke Staat Israël; tegen zin Arabische landen • Oktober 1956 vallen Israëlische troepen Egypte binnen (cfr. Suez-kanaal); blamage voor Fransen en Britten via VN • Olievoorraden cruciaal • Nieuw conflict in juni 1967: zesdaagse veldtocht tegen Egyptische, Jordaanse en Syrische legers; Israël bezet veiligheidszone

  39. 4. De Koude Oorlog van 1950 tot 1970 • 4.3. De wapenwedloop • Spanning over technologische vorderingen • Ruimtesatelliet; intercontinentale raketten; second strike capability • Plaatsen raketten in VK, It, Turkije • Race in de ruimte, race naar de maan • Protest van de straat • Nieuwe NAVO strategie vanaf 1967: flexible response (in functie van aard agressie); geen no first use verklaring

  40. 4. De Koude Oorlog van 1950 tot 1970 • 4.4. Berlijn, Cuba en ontspanning • Augustus 1961: bouw Berlijnse muur • April 1961: invasie Varkensbaai Cuba • Oktober 1962: sovjet-raketinstallaties in Cuba • Maar hierop volgt ontspanning: • Installatie hot line • Wapenbeheersingsmaatregelen • Afzien bovengrondse kernproeven • Non-proliferatieverdrag (1968) • SALT-verdrag (1972): Strategic Arms Limitation Treaty • Alhoewel niet zichtbaar in Vietnam (1961-1975) en Praagse Lente (1968); cfr. Brezjnev-doctrine • Ook Ostpolitik van Willy Brandt, Min Buitenl. Zaken BRD

  41. 4. De Koude Oorlog van 1950 tot 1970 • 4.5. Slotopmerkingen • Geen collectief Europees optreden in westerse Alliantie • Grootmachten kampen in jaren 1960 met problemen: VS in Vietnam en USSR in relatie met China • West-Europese partners kunnen vrijer optreden (cfr. Frankrijk, West-Duitsland) • In jaren 1960 minder strak bipolarisme; De Gaulle spreekt zelfs over polycentrisch stelsel

  42. 5. Een netwerk van verdragen • 5.1. Internationale context, jaren 1950 • Supranationale integratie W-E omwille van drie internationale evoluties: • Koude Oorlog = Koreaanse oorlog of VS versus USSR • Duitsland: herbewapenen tegen dreiging USSR; Frankrijk niet mee opgezet • Dekolonisatie: verzwakking Europa, vooral Frankrijk en Groot-Brittannië • Visie op W-E verschillende ts. Frankrijk en GB

  43. 5. Een netwerk van verdragen • 5.2. De hoofdrolspelers • Frankrijk • Vierde republiek: vele partijen in parlement, coalitieregeringen, politiek instabiel, zwakke partijdiscipline (gem. levensduur regering 6m) • Sterke economische groei • Buitenlands beleid (cfr. De Gaulle): • Fr. Is wereldmacht: • herstel imperium, bv. permanente zetel Veiligheidsraad VN en eigen bezettingszone Duitsland • onafhankelijkheid tov andere landen • Duitsland onder controle houden

  44. 5. Een netwerk van verdragen • Afbrokkeling koloniale rijk, in Indo-China (1954) en Egypte (1956), Noord-Afrika • Frankrijk gebruikt “Europa” als basis voor eigen invloed in wereld: • Europa minder afh. VS; • Duitsland opnemen in dit systeem; • Frankrijk is woordvoerder

  45. 5. Een netwerk van verdragen • Engeland • Districtenstelsel, alleen grote partijen in parlement, politieke stabiliteit • Beperkte economische groei na WOII • Grote afhankelijkheid Commonwealth • Drie invloedssferen: • Commonwealth • Atlantische samenwerking met VS (Special relationship); maar crisis met Suez conflict • Europa (maar eerder bedreiging!) • Britten geloven te lang in eigen superioriteit op politiek, economisch, koloniaal vlak…

  46. 5. Een netwerk van verdragen • Britten blijven buiten Europese eenwording (ondanks voorkeur VS om dit te doen); geen interesse voor (conservatieven én Labour) • West-Duitsland • Kiesdrempel 5%, parlementaire democratie (1949) • CDU, SPD en liberale FDP • Aanvankelijk beperkte vrijheid inzake buitenlands beleid, defensie, zware industrie (Adenauer kanselier) • Economische problemen, maar snel herstel

  47. 5. Een netwerk van verdragen • Doelstellingen Adenauer: • Herstel Duitse eenheid • Herstel gelijke buitenlandse betrekkingen • Oplossing: samenwerking met VS en W-E, verzoening met Frankrijk • Frankrijk hapt toe, 1950 • In Duitsland is SPD tot 1956-1957 tegen Europese integratie (zou hereniging met Oost-Duitsland tegenwerken) • Duitsland low profile internationaal (geen lid VN, geen contacten met sovjetblok)

  48. 5. Een netwerk van verdragen • 5.3. Integratie volgens Frans recept • Het Schuman plan • Initiatief Monnet en voorstel Schuman voor samenbrengen Duitse en Franse steenkool- en staalsectoren • Stond open voor andere landen • Ingegeven door functionalisme: sectorgewijze en apolitieke aanpak (dan evolueren politici wel naar internationale samenwerking) • Maar Schuman-plan meer dan dat:

  49. 5. Een netwerk van verdragen • Steenkool en staal belangrijke sectoren, ook politiek • Richting Europese federatie! • Middel om “controle” op West-Duitsland te vergroten • Reacties: West-Duitsland en Benelux positief, Britten negatief (Labour-regering) en ook Scandinavische landen; ook Italië positief (maar geen steenkool) • Is een mijlpaal: de “Zes” gaan samenwerken • Resultaat: EGKS, 1952 • Hoge Autoriteit • Europees Hof • Raad van Ministers met advies • Raadgevende Vergadering

  50. 5. Een netwerk van verdragen • Een Europees leger • Koreaans conflict aanleiding tot discussie herbewapening West-Duitsland • VS en GB voorstander, andere landen niet • Frans voorstel: Europese Defensiegemeenschap (EDG), oktober 1950 • Supranationaal, elk land levert bijdrage • Gros leger onder nationaal gezag • Ook West-Duitsland in EDG; alle nieuwe eenheden onder EDG • Fr, W-Dtl, Benelux, Italië doen mee • Nood aan politieke autoriteit (EPG)

More Related