1 / 79

Delen van de plant en hun functies

Delen van de plant en hun functies. Belang van planten. Zonder planten géén leven op aarde Planten groeien ALTIJD door Planten(delen) bevatten: vetten, eiwitten, voedingsvezels, sporenelementen, vitaminen, mineralen en vooral koolhydraten.

marty
Télécharger la présentation

Delen van de plant en hun functies

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Delen van de plant en hun functies Planten

  2. Belang van planten • Zonder planten géén leven op aarde • Planten groeien ALTIJD door • Planten(delen) bevatten: • vetten, eiwitten, voedingsvezels, sporenelementen, vitaminen, mineralen en vooral koolhydraten. • Alléén planten eten gaat uitstekend. (vegetariër, maar het dieet moet dan wel goed uitgebalanceerd zijn om alle essentiële voedingsstoffen te komen) Planten

  3. Planten: • Eerste voedingsbron voor mens en dier • Produceren O2 • Nemen CO2 op Planten

  4. Stevigheid van planten • Stevigheid van planten door • 1.turgor, • 2. houtvaten • 3. steunweefsel. • Steunweefsel = Sklerenchymweefsel. • De vezels van een plant = sklerenchymweefsel. • Parenchymweefsel = vulweefsel van een plant Planten

  5. Delen van de plant • Vier basis delen • Bladeren • Stengels • Wortels • Bloemen Planten

  6. Groeiende delen van een plant Planten

  7. Plantengroei Planten vertonen diktegroei Planten vertonen lengtegroei Vervolg PowerPoint Planten

  8. Diktegroei Planten

  9. Planten

  10. Lengtegroei • Went zei: “zonder auxine geen groei” Auxine Planten

  11. Planten

  12. Bladeren • De voedselfabrieken van de plant • Produceren het voedsel en / of slaan het op, voor later Colcichine Planten

  13. Interne bladstructuren • Epidermis • Huid van het blad • Eéncellige laag • Protectie tegen vochtverlies Planten

  14. Interne bladstructuren Houtvat Bastvat Planten

  15. Interne bladstructuren Planten

  16. Sluitcellen • Openen en sluiten van kleine poriën aan de onderzijde van het blad Planten

  17. Sluitcellen • Meer chlorofyl dan in omringende epidermiscellen • FS = glucose = osmotische • waarde = zwellen = sluiten • Turgor van deze sluitcellen is van belang Planten

  18. Huidmondjes • Maken gaswisseling mogelijk • Afgifte van vocht Planten

  19. Huidmondjes • Beschermingsmethodieken tegen uitdroging: • Waslaag • Kurk • Sluiten van de huidmondjes Planten

  20. Huidmondjes • CAM planten (woestijn)planten die de huidmondjes bij nacht openen en overdag sluiten. • De fotosynthese verloopt via een extra stapje. • De CO2 wordt s' nachts verzameld en vastgelegd in 'appelzuur‘ (Malate), • Overdag wordt de CO2 vrijgemaakt en kan in de donkerreactie wordt omgezet in glucose. Planten

  21. Chloroplasten Planten

  22. Chloroplasten • Bevatten chlorophyl • Gelokaliseerd in de voedselproducerende cellen Planten

  23. Fotosynthese • Proces waarbij CO2 en H2O (in aanwezigheid van licht) worden omgezet in suiker en zuurstof Planten

  24. Fotosynthese Planten

  25. Chemische formule • 6CO2 + 6H2O • -----> in reactie met zonlicht in chlorophylkorrel ------> • C6H12O6 (glucose) + 6O2 Planten

  26. Glucose • Productie in de bladeren gaat naar de wortel door de stengel • Plant gebruikt het voedsel zelf • Slaat voedsel op als suiker, zetmeel of eiwitten. Planten

  27. Glucose • Gevormd glucose wordt snel omgezet in zetmeel om de osmotische waarde laag te houden. • s' Nachts omzetting in sacharose en afvoer naar alle delen met de baststroom. • Alleen glucose wordt gedissimileerd, omzetting van sacharose in glucose is mogelijk. Planten

  28. Respiratie • Planten respireren 24 uur per dag • Consumeren O2 en geven CO2 af • Planten produceren meer O2 door FS. dan ze consumeren tijdens respiratie en groei. • FS en dissimilatie in het licht, • In donker alléén dissimilatie Planten

  29. Stengels • Twee hoofdfuncties • 1.Verplaatsen van water en mineralen van wortel naar boven en verplaatsen van glucose naar beneden Planten

  30. Stengel functies • 2. Steunfunctie voor bladeren en reproductieve structuren (bloemen en vruchten) Planten

  31. Stengels eveneens • Gebruikt voor opslag • Groene stengels ook FS • NB. Bescherming tegen 'vraat' door stekels en brandharen. Planten

  32. Externe stengelstructuren • Lenticellen (=kurkporiën) - adem poriën • Vormen verbinding van buiten naar binnen achtereenvolgens: • Lenticel, mergstraal, mergparenchym Planten

  33. Interne Stengelstructuren • Bastvaten (floeëm), vervoert gevormd voedsel (FS) naar Beneden • Houtvaten (xyleem), vervoert water en mineralen omHoog. • Cambiumlaag- scheidt de twee, en produceert de nieuwe cellen. Werking houtvaten Planten

  34. Interne stengelstructuren • Dicotylen, plant met twee zaadlobben • Monocotylen plant met één zaadlob • Type is in de stengel te zien Planten

  35. Interne stengelstructuren • Dicotylen heeft ring • Monocotylen heeft separate vaatbundels Planten

  36. Mono en dicotylen • Grassen • Lelies • Orchideën • Palmen • Eik • Bonen • Spinazie • Rozen Planten

  37. Monocotyl • Monocotyl – plant met één zaadlob. • Heeft vaatbundels, deze vaatbundels bevatten zowel xyleem als floeëm in iedere bundel Planten

  38. Monocotyl • Stengels hebben géén doorlopende cambiumlaag • Dicotyl heeft doorlopende cambiumlaag Planten

  39. Wortels • Meestal ondergronds • Functies: • Verankeren van de plant • Absorberen water en mineralen vanuit de bodem naar stengel toe Opname water wortel Planten

  40. Wortels Functies vervolg: • Opslag reservevoedsel Planten

  41. Wortelstructuren • Intern • Vergelijkbaar met stengel • Oudere wortels hebben xyleem, floeëm en cambium Planten

  42. Extern • Wortelmuts /top • Produceert onophoudelijk nieuwe cellen • Beschermt de wortel tijdens groei door de bodem Planten

  43. Structuren • Wortelharen • Absorbtie van vocht met mineralen Planten

  44. Wortelstelsels • Bijwortelstelsel • Makkelijker te verplaatsen • korter, kleiner, compacter • Hoofdwortelstelsel • Langer en minder wortels (1) Planten

  45. Bloem, vrucht, en zaad • Gekleurde bloemen trekken insecten aan voor BESTUIVING • BEVRUCHTING = begin van vrucht- en zaadvorming • vrucht en zaad aantrekkelijk voedsel, vogels, verspreiding zaad Planten

  46. Bloem, vrucht, en zaad • Reproductie plant • Sommige zaden blijven in de vacht hangen • Bloem is enorm goede voortplantingstruc, toeval wordt erdoor een handje geholpen • Bloem is evolutionair jong Planten

  47. Bloem, vrucht, en zaad • Bloem is vaak ♂ en ♀ • ♀ bloem levert zaad • ♂ bloem levert stuifmeel • Zaden bevatten veel reservestoffen voor het embryo. Planten

  48. Bloemdelen • Verschillen in grootte, vorm, en kleur, onderdelen zijn • Kroonbladeren • groen (meestal), bedekten en beschermden de bloemknop Planten

  49. Kelkbladeren • Zijn feitelijk bladeren • Meestal felle kleur voor aantrekken insecten. Planten

  50. Meeldraden • ‘Mannelijk’ deel van de bloem • Twee delen • Meeldraad / helmknopjes Planten

More Related