390 likes | 576 Vues
Groepsverzekering Deel 3. Philippe Dilen & Yannick Dom. Informatieplicht. WAP Verplichte inlichtingen Pensioeninstellingen (verzekeraars) Inrichters (werkgevers) Aangeslotenen (werknemers). Informatieplicht. Pensioenfiche (elk jaar) Verworven reserves
E N D
Groepsverzekering Deel 3 Philippe Dilen & Yannick Dom
Informatieplicht • WAP • Verplichte inlichtingen • Pensioeninstellingen (verzekeraars) • Inrichters (werkgevers) • Aangeslotenen (werknemers)
Informatieplicht • Pensioenfiche (elk jaar) • Verworven reserves • Verworven prestaties op pensioenleeftijd • Veranderlijke elementen • Verworven reserves van het jaar voordien • Historisch overzicht • Verzoek van aangeslotene • Verworven reserves en prestaties • Kan beperkt worden
Informatieplicht • Informatie over de renten (elke 5 jaar) • Verwachte rente bij pensionering • > 45 jaar • Jaarverslag (elk jaar) • Beheer van de pensioentoezegging • Bestaat uit verschillende elementen • Vereffening van de prestatie • 2 maanden voor pensionering of 2 weken na vervroegde pensionering • Uitkering in kapitaal of rente
Uittreding • Definitie • Beëindiging van arbeidsovereenkomst • Voor pensioenleeftijd of overlijden • Afkoop • Voor 1 januari 2010 • Oude regeling • Vanaf 1 januari 2010 • Afkoop niet meer mogelijk • Uitzondering op de regel: onroerende goederen
Verworven reserves • Overdracht naar nieuwe werkgever • Indien werkgevergroepsverzekering aanbiedt • Eenmalige premie • Individuele voortzetting • Werknemer kan werkgever verplichten • Voorwaarden! • Onthaalstructuur • Soort fonds • ‘Bewaren’ van opgebouwde reserves • Voorbeeld: AG Insurance
Verworven reserves • Geld laten staan • Ex-werkgever • Geen nieuwe premies • ‘Slaper’ • Sociale pensioeninstelling • Verdeling van winst in verhouding tot hun reserves • Kosten worden beperkt
Procedure • Principe • Inrichter aan verzekeraar (uittreding) • 30 dagen • Verzekeraar aan inrichter (gegevens) • 30 dagen • Inrichter aan werknemer (gegevens) • Onmiddellijk • Werknemer aan inrichter of verzekeraar (keuze) • 30 dagen
Procedure • Te laat • Behoud van de verworven reserves bij de pensioeninstelling van zijn ex-werkgever • Verandering mogelijk
Fiscaliteit en successierechten Taks op de verzekeringscontracten Aftrekbaarheid van de premies Belasting van de prestaties
Taks op de verzekeringscontracten • Basistarief • Jaarlijkse taks op premie • Leven en overlijden: 4,40 % • Arbeidsongeschiktheid: 4,40 % (geen discriminatie) • Hospitalisatie: 9,25 % • Voorwaarden: • Verzekeraar moet in België gevestigd zijn en verzekeringnemer in België gedomicilieerd • Verzekeraars met risico in buitenland betalen deze taks niet ! • Betaald door Belgische verzekeraar, tussenpersoon of verzekeringnemer
Taks op de verzekeringscontracten • Meerdere prestaties • Zelfde procenten als het basistarief • Voorwaarden: • Geen discriminatie ( alle aangeslotenen worden op dezelfde manier behandeld ) • Geen uitsluiting op medische gronden : vanaf 10 aangeslotenen ( bijpremies zijn wel mogelijk ) • Gedifferentieerd beheer: voor elke aangeslotene op elk moment de juiste premies en fiscaliteit kunnen toepassen Als voorwaarden niet voldaan worden : 9,25 % !!!
Taks op de verzekeringscontracten • Individuele voortzetting • Max. 1500 euro / jaar – geïndexeerd • 4,40 %
Aftrekbaarheid van de premies • Leven en overlijden • Werkgever : aftrekbaar als beroepslasten volgens 80%-regel* • Bijkomende RSZ-bijdrage van 8,86 % - aftrekbaar als beroepskosten Bwp< 80% (T-WP) * N/D Bwp: boven wettelijk pensioen T: laatste normale brutoloon WP: wettelijke pensioen ( geschat ) N: effectieve duur van de beroepsactiviteit D: 40 ( forfait ) als normale duur van de loopbaan
Aftrekbaarheid van de premies • Leven en overlijden • Werknemer : 30 tot 40 % belastingsvermindering
Aftrekbaarheid van de premies • Arbeidsongeschiktheid • Wergever: kunnen als beroepslasten worden afgetrokken als de wettelijke en bovenwettelijke prestaties in arbeidsongeschiktheid de normale jaarlijkse brutobezoldiging niet overschrijden • Werknemer: kunnen als beroepslasten worden afgetrokken
Aftrekbaarheid van de premies • Medische kosten • Geen aftrek van beroepslasten mogelijk
Belasting van de prestaties • Leven en overlijden • Parafiscaliteit ( bijdragen aan de sociale zekerheid ) • RIZIV-inhouding : 3,55 % voor kapitalen en renten • Solidariteitsbijdrage op de pensioenen: 1% vanaf 2.500 € tot 25.000 € voor rustpensioen of tot 75.000 € voor overlevingspensioen – 2% voor hogere bedragen
Belasting van de prestaties • Leven en overlijden • Vereffening in kapitaal: • 16,5 % werkgeversbijdragen • 10 % werknemersbijdragen • Voorwaarden: • Op 60 jaar ( pensioen is niet verplicht ) • Effectieve oppensioenstelling • Overlijden ANDERS: progressieve belastingsvoet werkgeversbijdragen en 33% werknemersbijdragen
Belasting van de prestaties • Leven en overlijden • Vereffening in kapitaal • Winstdeelname wordt niet belast • Solidariteitspact (Wet inkomstenbelasting 1992): • Effectief gewerkt tot wettige pensioenleeftijd – 16,5% werkgeversbijdragen wordt 10 %
Belasting van de prestaties • Leven en overlijden • Vereffening in renten • Belasting volgens de progressieve rentevoet • MAAR LET OP ! : Als vereffening in kapitaal is, kan er geopteerd worden om deze toch in rente om te zetten • Belasting volgens kapitaal + roerende opbrengst rente 15 % + gemeentetaks < 3% prijsgegeven kapitaal Overzicht gemeentetaks enkele gemeenten: Arendonk: 5,7 % Diest: 7,9 % Kapellen: 5 % Zwijndrecht: 1 % Winstdeelnames ook hier niet belast !!!
Belasting van de prestaties • Voorschot of inpandgeving • Omzetting fictieve rente op eerste 50.000 € • Deze rente moet 10 tot 13 jaar aangegeven worden • Wordt aan 16,5% of 10 % belast ( zie WG of WN )
Successierechten • Vrijstelling op voorwaarde: • Aangeslotene moet statuut hebben van een loontrekkende werknemer • Alleen aan echtgenoot of bij ontbreken hiervan aan de kinderen onder 21 jaar • Groepsverzekeringsreglement moet aan de wet voldaan zijn • De werknemer kan kiezen tussen de twee verplichte systemen • De toetreding is enkel verplicht voor een deel van het personeel
Belasting van de prestaties • Arbeidsongeschiktheid • Belasting tegen de marginale aanslagvoet als vervangingsinkomen of pensioen • Bij blijvende ongeschiktheid: fictieve rente ( 1 à 5 % ) van het kapitaal , gedurende 10 tot 13 jaar
Belasting van de prestaties • Medische kosten • Vrijgesteld van belasting
Toepassingen A, werknemer, overlijdt. Zijn weduwe ontvangt € 25 000, de kinderen elk een rente van € 8 000 per jaar zolang ze gerechtigd zijn op kinderbijslag en max. tot 25 jaar. Fiscaliteit?
Toepassingen Weduwe: RIZIV: 3,55 % op 25.000 € = 837,5 € Solidariteitsbijdragen op de pensioenen: 1 % op 25.000 € = 250 € Kapitaal: 16,5% voor de werkgeversbijdragen 10% voor de werknemersbijdragen Kinderen: RIZIV: 3,55 % op 8.000 € = 268 € Solidariteitsbijdragen op de pensioenen: 1 % op 8.000 € = 80 € Rentes: tegen progressieve rentevoet Geen vrijstelling van successierechten omdat weduwe EN kinderen begunstigde zijn. Ze betalen elk 3 % in het Vlaamse Gewest , 375 EUR voor de vrouw en 3 % voor de kinderen in het Waalse Gewest en 3 % voor vrouw en kinderen in het BHG.
Toepassingen B gaat op pensioen op 60 jaar en ontvangt € 30 000, daar bovenop ook € 5 000 deelname in de winst. Taxatie?
Toepassingen RIZIV :3,55% op €30.000 = €1.065 Solidariteitsbijdragen op de pensioenen: 2% op €30.000 = €600 Kapitaal: 16,5% voor de werkgeversbijdragen 10% voor de werknemersbijdragen Winstdeelname worden niet belast
Toepassingen C gaat op pensioen op 65 jaar en ontvangt € 30 000, daar bovenop ook € 5 000 deelname in de winst. Taxatie?
Toepassingen RIZIV :3,55% op €30.000 = €1.065 Solidariteitsbijdragen op de pensioenen: 2% op €30.000 = €600 Kapitaal: 10% voor de werkgeversbijdragen ( solidariteitspact ) 10% voor de werknemersbijdragen Winstdeelname worden niet belast
Toepassingen D gaat op brugpensioen op 56 jaar en wil zijn pensioenkapitaal. Quid?
Toepassingen • Voor 1 januari 2010 • Vereffening opvragen • Voor inwerkingtreding wet Vandenbroucke • Vanaf 1 januari 2010 • Onmogelijk voor leeftijd van 60 jaar
Toepassingen Groepsverzekering: Stel dat de werknemer op pensioenleeftijd kiest voor een uitkering in de vorm van een lijfrente. Hoe zal het belastingregime er uit zien?