1 / 37

Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 5. Koude Oorlog. Paragraaf 5.1. De Koude Oorlog begint. Samen tegen Hitler. Nog voor de Tweede Wereldoorlog : Hitler wil dat Duitsland groter wordt Hitler wil dus een stuk van Tsjechoslowakije hebben .

verne
Télécharger la présentation

Hoofdstuk 5

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoofdstuk 5 Koude Oorlog

  2. Paragraaf 5.1 De Koude Oorlog begint

  3. Samen tegen Hitler • Nog voor de TweedeWereldoorlog: • Hitler wildatDuitslandgroterwordt • Hitler wilduseenstuk van Tsjechoslowakijehebben.

  4. Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland en Italië gingen praten over Hitler’s wens. • Tsjechoslowakije was hier zelf niet bij! • Sovjetunie (Rusland) was niet uitgenodigd.

  5. De SU was in 1917 communistisch geworden. West-Europa was hier niet blij mee. Communisme was een gevaar! • Stalin was een dictator, en hij vertrouwde juist het westen niet meer.

  6. Hitler kreeg z’n zin: hij mocht een deel van Tsjechoslowakije hebben, in ruil voor vrede. • In maart 1939 pakte Hitler toch meer land in! • Frankrijk en Groot-Brittannië werden bang voor een oorlog. • Ze zochten nu wel steun bij Sovjetunie, maar Stalin was nog boos. • Stalin ging samenwerken met Hitler. Dat vond hij slimmer en veiliger. • Ze sloten een niet-aanvalsverdrag.

  7. Hitler en Stalin bezetten samen Polen • Groot-Brittannië en Frankrijk vinden dat Hitler te ver is gegaan. • Ze verklaren Hitler de oorlog! • = Begin Tweede Wereldoorlog

  8. 1941 • Oorlog is nog bezig. • Maar er zijn wat dingen veranderd: • Hitler valt nu Stalin aan, om Sovjetunie in te pikken. • En Verenigde Staten doen nu mee aan de kant van Frankrijk en Groot-Brittannië: geallieerden. • Ze gaan samenwerken:

  9. Geallieerden gaan Sovjetunie helpen: modern oorlogsmaterieel wordt gestuurd • Vanaf 1943 bij Stalingrad kunnen de Russen van Duitsland winnen. • De Russen veroveren langzaam Oost-Europa terug.

  10. Europa wordt vanaf 2 kanten bevrijd: Sovjetunie vanuit Oosten en Verenigde Staten vanuit het westen. • Maar Sovjetunie wil eigen macht vergroten: • Ze gaan landjes inpikken. • De geallieerden wilden dat niet, maar hadden de SU wel nog nodig.

  11. Conferentie van Jalta • Oorlog was nog bezig: februari 1945 • In Jalta ( SU): 3 leiders komen bijeen: • Amerika: Roosevelt • Groot-Brittanie: Churchill • Rusland: Stalin • De Grote Drie: • Wat zou er in Europa gebeuren nadat Duitsland verslagen was?

  12. Duitsland en Berlijn zouden na de oorlog verdeeld worden in bezettingszones. • In bevrijde Europa zouden vrije verkiezingen komen. • Er zouden invloedssferen zijn: Sovjetunie, VS, Groot-Brittannië en Frankrijk zouden invloed hebben op de bevrijde landen om ze weer op te bouwen, maar niet bezetten!!

  13. Mei 1945 • Hitler pleegt zelfmoord. • De oorlog is voorbij. • In de zomer van 1945 komen de winnaars opnieuw bij elkaar om te vergaderen.

  14. Conferentie van Potsdam. • Juli 1945: opnieuw vergadering: Potsdam ( 2 weken) • Amerika: Truman • GB: Attlee • SU: Stalin. • Truman was een stuk directer en bot. • Ging opscheppen over een mogelijke atoombom. • Werden later gebruikt in Japan.

  15. Einde deel 1

  16. Einde van de samenwerking • De VS en de SU waren de grote winnaars van WO II. • Ze zijn allebei machtig. • Maar ze zijn erg verschillend:

  17. Verschillen: SU: VS: Democratie: het volk heeft invloed. Kapitalisme: economie om winst te maken. Vrijemarkteconomie: de overheid bemoeit zich niet met de economie Grote verschillen rijk en arm • Communisme: de staat bepaalt alles. • Eenpartijstaat: geen verkiezingen. • Planeconomie: economie wordt door de staat geregeld. • Iedereen is even rijk/arm

  18. SU • Ideologie: Communisme (socialisme, gelijkheid) • Politiek: Eenpartijstaat, 1 leider (Stalin) • Economie: Planeconomie, vijfjarenplannen. Bedrijvenzijn van de staat. En de staatzegtwat je moetproduceren. • Samenleving: Collectivisatie, kolchozen, (groteterreur)

  19. VS • Ideologie: Kapitalisme (liberalisme, vrijheid) • Politiek: Democratie • Economie: Vrijemarkteconomie, consumptiemaatschappij • Samenleving:American way of life, ongelijkheid (rijk-arm, racisme)

  20. Door propagangdadachtenveelRussendathun land het beste was. • De staat vertelde via radio en kranten hoe goed het Sovjetsysteem was. • Er werden optochten gehouden om mensen te overtuigen.

  21. SU • De SU wilde dat de rest van de wereld ook communistisch zou worden. • Kapitalisme (VS en Europa) was slecht, zij waren imperialistisch: landjes inpikken. • Er moest tegen het kapitalisme gevochten worden.

  22. VS • De VS zag het communisme als een bedreiging: • Communisme was slecht voor het volk. • Het volk werd onderdrukt met geweld. • Amerikanen waren bang om communistisch te worden. • Veel mensen in de VS werden opgepakt.

  23. Einde deel 2

  24. Oost tegenover West • Na de Tweede Wereldoorlog hadden de geallieerden afgesproken dat ze voortaan zouden praten over problemen om ruzies en oorlogen te voorkomen. • Daarom moest de VN er komen!

  25. VN • —april 1945 opgericht: • De Verenigde Naties. • —Alle landen zijn lid, en gelijk. • —Waar zorgen ze voor: oorlog en vrede, mensenrechten, milieu, arbeid, enz.

  26. —Binnen de VN is er een organisatie die beslist over oorlog en vrede: Veiligheidsraad. • —De belangrijkste leden hebben vetorecht: Engeland, China, VS, USSR en Frankrijk. • —Als zij NEE zeggen, gaat het hele plan niet door! • In totaal zitten er 15 landen in de veiligheidsraad.

  27. Als ze instemmen, wordt er een leger van allerlei nationaliteiten naar een land gestuurd om de oorlog te stoppen. • Bv, Nederlandse VN soldaten werden in de jaren ‘90 naar Joegoslavië gestuurd. • De missie mislukte, en duizenden mannen werden gedood.

  28. Machtsblokken • De VS en SU kregen veel invloed op andere landen. • Zo ontstonden er 2 machtsblokken:

  29. —Oostblok: • —USSR (Sovjetunie) en alle gebieden die waren ingepikt moesten communistisch worden. • Stalin wilde een ring van communistische landen om zo een aanval in de toekomst tegen te houden • —Westblok: • VS wilden iedereen in Europa vrij houden. Iedereen moest democratisch en kapitalistisch zijn. • Er moest vrijhandel in de hele wereld zijn.

  30. EU • Europa ging ondertussen ook door met samenwerking. • In 1951 kwam er de EU: • Europese Unie. • Meer samenwerking voor handel en industrie

  31. Bewapeningswedloop • —VS had in WO II al atoombommen • —Gebruikte er 2 op Nagasaki en Hiroshima (Japan 1945) • Stalin was jaloers.

  32. —Sovjetunie wilde ook atoombommen, en ging er veel geld aan uitgeven. Eindelijk in 1949 hadden ze een atoombom. • —Er kwamen steeds meer bommen, meer dan genoeg om elkaar te vernietigen. Maar niemand durfde ze te gebruiken.

  33. Beide landen gaven steeds meer geld uit aan wapens, intercontinentale raketten, en ruimtevaarttechnologie. • En vooral kernraketten.

  34. Steeds meer landen werden communistisch: Noord-Korea, China, Noord-Vietnam, Cuba….. • West-Europa, VS en Canada wilden zich beschermen tegen dit ‘rode gevaar’. • Er komt een militair bondgenootschap.

  35. Navo • Vooral voor militair samenwerken: • De NAVO werd opgericht. • Noord-Atlantische Verdrags Organisatie. • Leden: West-Europa, VS en Canada. • De leden helpen elkaar in tijd van oorlog. • De VS beschermden ons met atoombommen • tegen de Sovjet-Unie.

  36. In 1955 Komt de SU met z'n eigen militaire organisatie: • Het Warschaupact. • Alle landen die door de SU bezet zijn moeten verplicht lid worden, zo ook Oost-Duitsland.

  37. Einde

More Related