1 / 37

Trainen voor Alpe d’HuZes

Trainen voor Alpe d’HuZes. 12 maart 2011. Martin Breedijk. Afgestudeerd aan de ALO; nu docent (o.a. duursport) opleiding SM&O. Oud proftriatleet, 1996 2 e NK wintertriathlon en 1/1 triathlon Almere (8:14). 1998 Ironman Hawaï, EK en WK deelnemer

amma
Télécharger la présentation

Trainen voor Alpe d’HuZes

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Trainen voor Alpe d’HuZes 12 maart 2011

  2. Martin Breedijk • Afgestudeerd aan de ALO; nu docent (o.a. duursport) opleiding SM&O. • Oud proftriatleet, 1996 2e NK wintertriathlon en 1/1 triathlon Almere (8:14). 1998 Ironman Hawaï, EK en WK deelnemer • 2008 Alpe d’HuTres gedaan (skeelerend, fietsend en lopend Alpe d’Huez op • 2010 Alpe d’HuZes volbracht

  3. Zes biologische trainingsprincipes • Overload principe • Principe van de verminderde meeropbrengst • Principe van de optimale wisselwerking tussen belasting en herstel (supercompensatie) • Principe van de omkeerbaarheid (reversibiliteit) • Principe van de specificiteit • Principe van de individuele verschillen in trainingsgevoeligheid

  4. Overload principe Wie traint het hardst?

  5. Overload principe • Beiden trainen, en trainen even hard waarschijnlijk • Overload principe • Intensiteit moet voldoende hoog zijn om een oefeneffect te verkrijgen • Minimale drempel is afhankelijk van het beoogde doel • Belasting moet progressief en systematisch toenemen

  6. Intensiteit moet voldoende hoog zijn om een oefeneffect te verkrijgen • Wat is je beginsituatie. • Neem niet klakkeloos het schema van iemand over. • Voor een beginnende fietser kan op de fiets van en naar het werk al trainen zijn. • Een test bij het SMA kun je doen om het niveau (hartslagfrequentie) te bepalen dat voldoende hoog is

  7. Belasting moet progressief en systematisch toenemen • Als je steeds hetzelfde blijft trainen ga je niet vooruit • Bouw het gedoseerd op, laat eerst de omvang toenemen en pas later intensiteit • Per week niet meer dan 10% toename in omvang. • Na 2 of 3 weken een herstelweek • Na de herstelweek begin je weer op het niveau van één week voor de herstelweek

  8. Progressieve en systematische opbouw

  9. Piramide principe

  10. Principe van de verminderde meeropbrengst Hoe ver kan prestatie stijgen?

  11. Principe van de verminderde meeropbrengst • In het begin neemt de prestatie sterk toe • Daarna vlakt deze af tot een maximum is bereikt

  12. Principe van de verminderde meeropbrengst • Hoe beter je wordt hoe moeilijker het wordt om jezelf te verbeteren • Schrik niet als je niet meer zo snel vooruit gaat • Bedenk hoeveel je er voor over hebt om nog beter te worden • Als je dat wilt geldt: “Als je doet wat je altijd gedaan hebt, krijg je wat je altijd gekregen hebt” • Ga dan op zoek naar nieuwe functionele trainingsprikkels

  13. Principe van de verminderde meeropbrengst • Voor beginnende fietser is dit principe ‘dus’ minder belangrijk • Gevorderde fietser kan denken aan: • Krachttraining • Meer omvang en/of andere intensiteiten • Wedstrijden/cyclo’s fietsen • (Extra) trainingskampen • Dit principe geldt natuurlijk niet voor het evenement Alpe d’HuZes zelf

  14. Principe van de optimale wisselwerking tussen belasting en herstel (supercompensatie) Hoe werkt trainen? Hoe wordt je beter?

  15. Supercompensatie Trainingsprikkel Supercompensatie Vermoeidheid Herstel ‘Anti-compensatie’ Beginniveau

  16. Supercompensatie • Als je te lang wacht met trainen geen effect • Beter drie keer per week 20 km fietsen dan één keer per week 60 km

  17. Supercompensatie • Als je te snel achter elkaar traint dan raak je overtraind

  18. Supercompensatie • Als je zorgt dat je de prikkel op het juiste moment geeft, dan wordt je beter!

  19. Supercompensatie • Je wordt dus niet beter van trainen, maar van de juiste wisselwerking tussen: • Trainen en rust. Rust ook de dagen voorafgaand aan het evenement. • Verschillende trainingsvormen • Timing van de trainingen

  20. Welke trainingsvormen zijn er dan? • De duurmethode • De intervalmethode • De herhalingsmethode • De wedstrijd- en controlemethode

  21. Duurmethode • Ononderbroken inspanning • Duur van de inspanning wordt bepaald door: • Doelstelling van de training • Intensiteit van de training • Extensieve duurtraining • HF 60-80% van de HF bij anaërobe drempel of 55-65% van HFmax • Je moet de hele tijd kunnen praten • Duur: 30-400’ • 1 herhaling

  22. Duurmethode • Intensieve duurtraining • HF 80-100% van de HF bij anaërobe drempel of 65-80% van HFmax • Na een paar zinnen ademhalen • Duur: blokken van 10-30’ totaal 90 - 240’ • 2-6 herhaling • Pauze 2-3’ actief • Wisselende duurtraining • Een extensieve duurtraining met (korte) blokjes intensieve duurtraining er in

  23. Interval methode • Extensieve intervaltraining • 70-90% van de beste tijd of prestatie voor de deelafstanden • HF 90-100% van de HF bij anaërobe drempel of 80-90% van Hfmax • Na een paar woorden ademhalen • Duur van 3-20’, Aantal hh 3-20 • Herstel is 1:1-1:0,5 • Effect vooral op het aërobe uithoudingsvermogen • Intensieve intervaltraining • 90-100% van de beste tijd of prestatie voor de deelafstanden • HF 100-105% van de HF bij anaërobe drempel of 90-100% van Hfmax • Drie of vierletter woorden, meer niet • Duur 1-7’, Aantal hh 9-30 • Effect vooral op het anaërobe uithoudingsvermogen • NIET GESCHIKT ONGEOEFENDE FIETSERS EN NIET NOODZAKELIJK VOOR AD6!!!!

  24. Supercompensatie • Hoe weet je nu wanneer je weer moet trainen? Hersteltijd per training is verschillend • Extensieve duurtraining normale duur: 18 uur • Extensieve duurtraining >= vijf uur: 72 uur • Intensieve duurtraining: 48 uur • Tempoduurtraining: 48 uur • Extensieve intervaltraining: 48 uur • Intensieve intervaltraining: 72 uur

  25. Principe van de omkeerbaarheid (reversibiliteit) Wat gebeurd er als je stopt met trainen?

  26. Reversibiliteit • Als je stopt met trainen verdwijnen de trainingseffecten • Hoe langer je traint hoe geringer dit effect is • Bij ongetrainde mensen die 2 maanden een trainingsprogramma volgen verdwijnt totale trainingseffect na 8 weken inactiviteit • Bij atleten die jarenlang sporten eerste 2 maanden een afname met 20%. Dit niveau blijft lang behouden

  27. Reversibiliteit • Hele jaar door trainen/sporten/bewegen • Fietsen, buiten en/of binnen • Andere sporten (schaatsen, hardlopen, fitness, zwemmen, etc.) • Neem wel één rustperiode per jaar van ongeveer twee weken • Je hele leven door bewegen!

  28. Principe van de specificiteit Wees eens wat specifieker!

  29. Specificiteit • Dat wat je traint word je beter in! • In de algemene voorbereidingsperiode is het goed om wat meer algemene trainingen te doen. • Ook andere sporten • Veel rustige duurtrainingen • Hoe dichter je naar 9 juni toe komt hoe specifieker de trainingen moeten worden.

  30. Wat is specifiek trainen voor AD6? • De beklimming van Alpe d’Huez is een (continue) intensieve duurinspanning met een duur van 1 tot ongeveer 2½ uur met een passief herstel van tussen 30 minuten en 1½ uur. • Training moet dus hier op lijken, hoe doe je dat in Nederland?

  31. Wat is specifiek trainen voor AD6? • Fietsen op de ‘korte’ klimmetjes als in Limburg is niet specifiek. • Wat dan wel? • Duurritten met een constante hartslag • Fietsen (op een wat groter verzet) tegen de wind in • Met de ATB op het strand (en dan ook nog tegenwind) • Meerdere tijdritten op het vlakke met passieve pauze. • AD6 klim op de Tacx imiteren

  32. Principe van de individuele verschillen in trainingseffecten Zijn we allemaal één massa?

  33. Individuele verschillen • Een zelfde absolute inspanning is voor verschillende atleten relatief niet gelijk • Samen 25 km/u fietsen kan zeer verschillend trainen zijn • Iedere atleet reageert anders op een trainingsprikkel • Niet klakkeloos het programma van een ander overnemen

  34. Voedingadviezen, kort • Vanaf 3 dagen voor evenement aandeel koolhydraten in voeding laten toenemen • Niet heel veel meer gaan eten maar anders • De dag van te voren heel veel vocht drinken • Ochtendurine moet lijken op het water in de rivier • Tijdens de dag 0,5 - 1 g koolhydraten per kg lichaamsgewicht per uur innemen • Vast en vloeibaar voedsel • Ga niet op de dag zelf experimenteren. Test tijdens trainingen!

  35. Voedingadviezen, kort • Neem niet alleen maar gels etc. als je meer keer de Alp op gaat • Vlaaitjes, ontbijtkoek, cola, winegums • Tijdens fietsen kan maag meer hebben dan lopen. Dus denk ook eens aan: • Stukjes kip, chips (voor zout en smaak), boterhammen • Vermijd gekruid voedsel • Doe alles met mate, ook drinken! • Hyponatremia

  36. Goede websites met meer info • www.gezondsporten.be • www.wielersportinfo.nl • files.me.com/m.breedijk/xxzdad

  37. Vragen? • Stel ze aan twitter.com/MartinBreedijk #ad6trainen, zodat we kennis kunnen delen

More Related