1 / 24

Een kind met een afwijkend hematologisch resultaat: problematiek van referentiewaarden

Een kind met een afwijkend hematologisch resultaat: problematiek van referentiewaarden. VAKB 8 feb 2012 Jan Van Den Bossche ZNA Middelheim. Referentiewaarden: reflectie van “ontwikkeling”. “Opleiding” (ontwikkeling) met leerdoelen

kovit
Télécharger la présentation

Een kind met een afwijkend hematologisch resultaat: problematiek van referentiewaarden

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Een kind met een afwijkend hematologisch resultaat:problematiek van referentiewaarden • VAKB 8 feb 2012 • Jan Van Den Bossche • ZNA Middelheim

  2. Referentiewaarden:reflectie van “ontwikkeling” • “Opleiding” (ontwikkeling) met leerdoelen • Curriculum Content and Evaluation of Resident Competency in Clinical Pathology (Laboratory Medicine): a proposal • B Smith et al. Clin Chem (2006) 52:6 917-949 • Leerdoelen “Pediatrische” Klinische Biologie • Testen van pediatrie (<18j) tov totaal testen: • ong 12% (22% incl 3e lijns) • Complete Blood Count middelheim: <14j: 10%van totaal • Microscopische review middelheim: <14j: 35-45%van totaal • Aandachtspunt: “Sources for age, gender and development specific reference intervals” • Teaching Pediatric Laboratory Medicine to Pathology Residents • T Pysher et al. Arch Pathol Lab Med 2006 130 1031-1038

  3. Inhoud • Berekening referentiewaarden • …Uit de praktijk… • Casus1: “jongetje van 1 j… MCV 68 fl” • Casus2: “meisje van 2 m…Prot C 32%” • Casus3: “jongen: jonge B cellen DP” • Casus4: “Hb A2 nav beta thal diagnostiek” • Laboratoriumpraktijk (CAP Q probe) • Besluit

  4. Berekening ReferentiewaardenCLSI C28 A3 2008 (Geen decisielimieten!) • figuur • “gezonde vrijwilligers” • Opstellen: “centrale 95%” • Parametrisch: Mean +/-1,96SD • Non-parametrisch: CLSI • Rangschikken: klein naar groot • Ifv totaal aantal: LL en UL: x en y • Vb N=120: LL: 3e; UL:117e • Robust: minder subjects • Details omtrent aanpak: • Outliers • Partitie: opsplitsen ifv geslacht, leeftijdsklassen (!) • Toetsen: (2x) 20; max 10% out

  5. Indirecte methode (niet CLSI)(patientenresultaten) Statistics in the practice of medicine Hoffmann R. JAMA, 1963 Sept 14, p150-159. A simple method of resolution of a distribution into Gaussian components Bhattacharya C.Biometrics, 1967 March, p115-135 Modificatie: Skewness (Naus) Reference intervals: the way forward F Ceriotti et al. Ann Clin Biochem 2009; 46:8-17 “Les Triplettes de Belleville”

  6. 1:Gauss curve transformatie tot rechte 2: Zelfde transformatie met pat results 3:“Rechte deel afkomstig van normalen” 4:uit recht deel, ref waarden afleiden Hoffmann Bhattacharya http://www.uzgent.be/wps/wcm/connect/nl/web/zorg/patienten/diensten/Lab+voor+klinische+biologie/

  7. Direct (“variant gezonden”) Partitie: beschikbaar > nood Indirect: Hoffmann

  8. Hb, MCV: Neonaat: hoog Daling tot 1 jaar Stijging met leeftijd Prepuberale splitsing HB (niet voor MCV) M Taylor et al Clin Lab Haem 1997;19:1-15 A Virtanen et al Clin Chem 1998; 44: 327-335 Casus 1 “1 j… MCV 68 fl”

  9. WBC: Neonaat: hoog Daling WBC subpopulaties: Neonaat: Neutrofielen Kleuters: Lymfocyten Lagere school: Neutrofielen NRBC: Neonaat Casus 1

  10. Jongen 1 jaar: MCV: laagste punt 68 fl: net onder LL Casus 1 M Proytcheva Am J Clin Pathol 2009;131: 56-573

  11. Neonaat: PT en APTT verlengd… Factoren: 3 groepen Vit K afh (FIX,X,II,VII) Contactfactoren (FXI, XII, HMWK, Pre Kal): level Bij geboorte: 50% van volw Na 6 maanden: 80 % van volwassene Overige factoren Fib,FV, FVIII, FXIII, vWF, vWF Multimeren Bij geboorte: “Adult level” Casus 2:Meisje 2 m… Prot C 32%

  12. AT: cfr vit K afh Fact Prot C en Prot S: Geboorte 35% adult Adult level: Prot S: 3 m Prot C: 4-10 jaar ! Casus 2: Prot C: 1m-1jaar: 28-112% 32% = nl Casus 2

  13. referenties stolling Development of the human coagulation system in the full-term infant M. Andrew et al. Blood, 1987; 70, 165-172 Development of the human coagulation system in the healthy premature infant M Andrew et al. Blood 1988; 72, 1651-1657 Evolution of blood coagulation activators and inhibitors in the healthy human fetus P. Reverdiau-Moalic et al. Blood, 1996 88, 900-906 Developmental Hemostasis: Pro- and Anticoagulant systems during Childhood S. Kuhle et al. Seminars in Thrombosis and Hemostasis 2003; 29,329 ( M. Andrew Memorial Issue) Developmental haemostasis, Impact for clinical haemostasis laboratories P Monagle et al Thromb Haemost 2006; 95: 362-72 (Diagnostica Stago) M. Andrew,1952-2001

  14. B lymfopoiese: WHO Classification Tumours of Haematopoietic and Lymphoid Tissues IAARC 2001 p122-123 Subset B lymfocyt precursoren: DP CD19+CD10+ (CD 10: CALLA) Gelijkenis: morfologisch en immunofenotypisch B cel precursoren (Hematogonen) Neoplastische lymfoblast van B-ALL Casus 3“jongen…jonge B lymfocyten DP”

  15. CD19+CD10+: BM: CD19+10+: >5% Kinderen: 24,6% Adult: 6,3% R McKenna et al PB: Neonaat: 1,5% (1-4%) Adult: 0% Diagnostic Pediatric Hematopathology Ed M Proytcheva2011 Casus 3 FSC/SSC: lymfogate; CD20,CD10 expressie op CD19+ R McKenna et al Blood 2001; 98: 2498-2507

  16. Casus 3 • Immunofentypering: “meer dan” CD19+CD10+ • Niet enkel aanwezigheid (“aantallen”) • Ook bijdrage van oa fluorescentie “intensiteit” van marker met opvullen van “empty spaces” • Immunophenotypic Differentiation Patterns of Normal Hematopoiesis in Human Bone Marrow: Reference Patterns for Age-Related Changes and Disease-Induced Shifts • E van Lochem et al. Clinical Cytometry 2004; 60B: 1-13 • Technologische evolutie: • “meerkleuren” FCM waardoor meer subsets herkenbaar • Aandeel van subsets ifv leeftijd (met evt impact naar ref waarden) • Casus 3: “ discussie; referentie doorgegeven”

  17. referenties “subsets” • Immunofenotyping of blood lymphocytes in chilhood. • W Comans-Bitter et al. J Pediatr 1997;130:388-93 • Lymphocyte Subpopulations in Healthy 1-3 Day-Old Infants • M Gorman et al. Cytometry 1998; 34:235-41 • Lymphocyte subsets in healthy children from birth through 18 years of age (P1009 study) • W Shearer et al. J Allergy Clin Immunol 2003;112:973-80 • Age-matched Reference Values for B-lymphocyte Subpopulations and CVID Classifications in Children • E Schatorje et al. Scand J Immunol 2011;74: 502-510 • Refined characterization and reference values of the pediatric T- and B-cell compartments • R Van Gent et al. Clinical Immunology 2009;133:95-107 • Pediatric reference values for the peripheral T-cell compartments • E Schatorje et al. Clinical Immunology 2012 (ahead of print)

  18. Hemoglobine Tetrameer globineketens alfa/beta/gamma/delta α2+β2 = HbA α2+γ2 = HbF α2+δ2 = HbA2 Beta Thalassemia Major: geen beta productie Minor: gedaalde beta keten productie Verhoogd Hb A2 “Grens”: 3,5% Casus 4 “Hb A2 nav beta thal diagnostiek

  19. Casus 4 • Adult: • α2+β2 = HbA (> 95%) • α2+γ2 = HbF (< 1%) • α2+δ2 = HbA2 (2.5-3.5%) • Pedatrie: • Ontwikkeling Hb A2 tot leeftijd van 2 j • Ivaldi G et al • biochimica clinica 2007; 31 • Casus 4: b thal min: > 2 j

  20. Laboratoriumpraktijk • The Origin of Reference Intervals • Study of “Normal Ranges” used in 163 Clinical Laboratories • Arch Pathol Lab Med 2007; 131: 348-357 • CAP (Collega American Pathologists) • “Q probe”: • gevalideerde enquetevorm naar labopraktijk • (www.cap.org; onderaan doorklikken nr Arch doorklikken) • Info nr ref waarden voor adult en 8 jarige • Parameters Hemato: Hb, plt, aPTT

  21. Q probe resultaten 1 • Verschillende ref waarden voor: • Adult vs pediatrie: ja (87%) • Ifv etnische achtergrond: ja (4,4%) • Wanneer ref waarden “bepaald” ?: • Meestal bij vernieuwen toestel • (Soms > 10 jaar; Soms bron onbekend) • Hoe bepaald?: • Adult: • Interne studie: ong 50% (uitz. aptt:80%) • Externe bron: ong 50% • Pediatrie: • Interne studie: ong 23% (aptt: 60%) • meer externe bronnen

  22. Q probe resultaten 2 • Variatie: • Er was beperkte variatie in referentiewaarden bij de “centrale 80%” van labo’s • Geen groot verschil in variatie van adult tov pediatrie • (hoewel pediatrie meer van externe bron) • Buiten centrale 80%: groter verschil ! • UL van 1 labo lager dan LL van ander labo(!) • 3% refwaarden: outliers tov refwaarden collega’s

  23. Q probe bedenkingen • “…No discernable difference between …labs that adopted…labs that validated manufacturers’…labs that calculated their own…” • “ …we question that it is necessary for laboratories to validate manufacturers’ intervals…” • “Labs should compare…other labs / literature”

  24. Besluit • Pediatrie = ontwikkeling • Referentiewaarden zijn reflectie • Aandacht / Update bronnen • “realiteitszin” (Q Probe)

More Related