1 / 18

Hoofdstuk 10 : Van DNA tot eiwit

Hoofdstuk 10 : Van DNA tot eiwit. De code van het leven. Het centraal dogma. replicatie. DNA. informatie. transcriptie. RNA. boodschapper. Translatie (vertaling). eiwit. functie. GENETISCHE CODE. De genetische code. 1 nucleotide voor 1 aminozuur? Maar vier codes = te weinig!

tamanna
Télécharger la présentation

Hoofdstuk 10 : Van DNA tot eiwit

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoofdstuk 10 : Van DNA tot eiwit De code van het leven

  2. Het centraal dogma replicatie DNA informatie transcriptie RNA boodschapper Translatie (vertaling) eiwit functie

  3. GENETISCHE CODE De genetische code • 1 nucleotide voor 1 aminozuur? • Maar vier codes = te weinig! • 2 nucleotiden voor 1 aminozuur? • 42 = 16 codes = te weinig! • 3 nucleotiden voor 1 aminozuur?  43 = 64 codes = genoeg (teveel) Eiwit Aminozuursequentie 20 aminozuren DNA Nucleotidesequentie 4 letters RNA en ribosomen

  4. GENETISCHE CODE De genetische code • Het DNA-alfabet van 4 letters vormt drieletterige woorden (=tripletten) • Elk woord (triplet) zal door de ribosomen vertaald worden in 1 AZ • Vb: AAA staat voor het aminozuur phenylalanine GCC staat voor het aminozuur glycine …… • Elk AZ heeft meerdere woorden (tripletten) die ervoor coderen (de genetische code is degeneratief) • Vb: Er zijn twee woorden voor serine (ACT en GCT) Andere hebben er zelfs zes (vb.: leucine) Eiwt Aminozuursequentie 20 aminozuren DNA Nucleotidesequentie 4 letters

  5. GENETISCHE CODE De genetische code • Een triplet op het DNA = codogen • Slechts 2 % van het DNA codeert voor eiwitten  Functie van de rest: ???? • De genetische code is: • Universeel • Degeneratief • Ongelooflijk eenvoudig Eiwt Aminozuursequentie 20 aminozuren DNA Nucleotidesequentie 4 letters

  6. De genetische code • 1 startcodon • 3 stopcodons Zie ook: http://www.digischool.nl/bioplek/animaties/moleculaire_genetica/gencode.html

  7. DNA-transcriptie • DNA  messenger RNA (mRNA) • RNA: • Ribose ipv Deoxyribose • Uracyl ipv Thymine • RNA-polymerase: • Bouwt RNA op basis van DNA • Op basis van complementariteitsregels • 5’  3’ • Start? • Controle? • Meerdere RNA-polymerase kunnen tegelijkertijd één gen kopiëren • Triplet op RNA = codon • mRNA  cytosol langs de kernporiën

  8. DNA-transcriptie 3’ 5’ 3’ 3’ 5’ 5’

  9. Translatie • De werkpaarden van de translatie: • Het ribosoom: • Bestaat uit een groot deel en een klein deel • Opgebouwd uit eiwit en RNA (rRNA)

  10. Translatie • De werkpaarden van de translatie: • Het ribosoom • Het t-RNA: • Vertaalt nucleotide-code in het gepaste eiwit • Voor elk codon is er een apart t-RNA • Klaverbladstructuur met: • Bindingsplaats voor AZ • Anticodon: complementair aan het codon van het AZ dat aan dit tRNA hangt

  11. Translatie • De werkpaarden van de translatie: • Het ribosoom • Het t-RNA • Aminoacyl-tRNA-synthetasen • Koppelen het juiste AZ aan het juiste tRNA

  12. Translatie 1 • Het proces: • Klein stuk van ribosoom + start tRNA gaan op zoek naar startcodon (AUG) • Bij startcodon: koppeling groot en klein stuk van ribosoom • Ribosoom heeft twee plaatsen: • P-plaats: van proteïne • A-plaats: van aminozuur • Start tRNA zit nu in P-plaats 2

  13. Translatie 3 • Het proces: • Het correcte tRNA nestelt zich in de A-plaats • De peptide-binding wordt gevormd • Het tRNA uit de P-plaats gaat weg, de groeiende eiwitketen zit nu op het tRNA in de A-plaats • Het ribosoom verschuift 3 nucleotiden naar de 3’ kant • Het t-RNA met de groeiende eiwitketen zit nu in de P-plaats • De A-plaats is nu terug vrij • Het proces wordt herhaald tot in de A-plaats een stopcodon verschijnt 4 5 6

  14. Translatie • Het proces: • Als er een stopcodon verschijnt in de A-plaats stopt de translatie • De eiwitketen wordt losgekoppeld van het tRNA en • Het groot en klein stuk van het ribosoom lossen ook het mRNA 10 9 8

  15. Translatie • Zie ook: http://www.digischool.nl/bioplek/animaties/moleculaire_genetica/transcriptie.html • Hier vind je een animatie van het hele transcriptie- en translatieproces

  16. Eiwitstructuur • Primair: opeenvolging van de AZ • Secundair: α-helix en β-plaat • Tertiair: gehele 3D-structuur van het eiwit • Quaternair: verschillende tertiaire structuren (ewitketens) samen

More Related