NATUURKUNDE

1. Periode 2: LICHT EN GELUID NATUURKUNDE Licht & Geluid samenvatting

2. Periode 2: LICHT & GELUID Samenvatting NATUURKUNDE Voortbeweging Licht beweegt zich voort in rechte lijnen: stralen. Schaduw ontstaat als een ondoorzichtig voorwerp de baan van het licht verspert. Hele grote zwaartekracht kan lichtstralen een beetje afbuigen. ster

3. Periode 2: LICHT & GELUID Samenvatting NATUURKUNDE Optische eigenschappen Als licht op een voorwerp valt, treden er drie verschijnselen op: Reflectie (spiegeling) Absorptie (opname) Refractie (breking)

4. Periode 2: LICHT & GELUID Samenvatting NATUURKUNDE Reflectie (spiegeling) Wordt bepaald door de spiegelwet: hoek van inval = hoek van terugkaatsing Hoeken worden altijd gemeten ten opzichte van de normaal (loodlijn). hoek van inval normaal hoek van terugkaatsing

5. Periode 2: LICHT & GELUID Samenvatting NATUURKUNDE Absorptie (opname) Bij absorptie wordt licht opgenomen door een stof en omgezet in warmte (beweging van de atomen en moleculen). De combinatie van absorberende en reflecterende eigenschappen van een voorwerp bepaalt onder andere de kleur van een voorwerp.

6. Periode 2: LICHT & GELUID Samenvatting NATUURKUNDE Refractie (breking) Op het grensvlak tussen twee stoffen met verschillende optische eigenschappen verandert de lichtstraal dan van richting. De richtingsverandering wordt bepaald door de brekingsindex en de Wet van Snellius: normaal i r Medium 2 Medium 1

7. Periode 2: LICHT & GELUID Samenvatting NATUURKUNDE Tweede vorm van spiegeling Bij breking van de normaal af (van een dichtere naar een dunnere stof) is de hoek van breking (r) groter dan de hoek van inval (i). In dit geval treedt breking op tot maximaal de grenshoek. Bij een grotere hoek van inval treedt totale reflectie op. Voor de grenshoek geldt: sin(g) = n21 Medium 2 Medium 1

8. Periode 2: LICHT & GELUID Samenvatting NATUURKUNDE Lenzen + De sterkte van de lens wordtaangeduid door aan beidezijden het brandpunt van de lens weer te geven. Met een +-teken geven we aandat het om een positieve, dusconvergerende lens gaat. Een lampje in punt L De hoofdas door het optischmidden van de lens Een lens L hoofdas F F

9. 90° Periode 2: LICHT & GELUID Samenvatting NATUURKUNDE 1e constructie-straal + De lichtstraal valt loodrecht in op de lens. De lichtstraal gaat vervolgens verder door het brandpunt aan de andere zijde van de lens. L hoofdas F F

10. 90° Periode 2: LICHT & GELUID Samenvatting NATUURKUNDE 2e constructie-straal + De 2e constructiestraal is de straal die precies door het optisch midden van de lens gaat. Deze straal gaat aan de andere kant van de lens gewoon rechtdoor. L hoofdas F F

11. 90° 90° Periode 2: LICHT & GELUID Samenvatting NATUURKUNDE 3e constructie-straal + De laatste constructiestraal gaat eerst door het linker brandpunt F en valt dan op de lens. Deze constructiestraal gaat vervolgens aan de andere kant verder in een lijn loodrecht vanaf de lens. L hoofdas F F

12. 90° 90° Periode 2: LICHT & GELUID Samenvatting NATUURKUNDE Bepaling van het beeldpunt B + Het beeldpunt B is het punt waar de drie verschillende constructiestralen elkaar kruisen. L hoofdas F F B

13. 90° 90° Periode 2: LICHT & GELUID Samenvatting NATUURKUNDE Andere lichtstralen + Alle lichtstralen die vanuit punt L vertrekken en op de lens vallen, gaan ook door het beeldpunt B. L hoofdas F F B

14. Periode 2: LICHT & GELUID Samenvatting NATUURKUNDE Afstanden bij lenzen f f De voorwerpsafstand v is de afstand tussen de middellijn van de lens en een evenwijdigd lijn door L. Om f uit te rekenen, als je v en b kent gebruik je: De lenzenwet wordt echter meestal zo geschreven: De brandpuntsafstand f is de afstand tussen de middellijn van de lens en een evenwijdige lijn door F. De beeldafstand f is de afstand tussen de middellijn van de lens en een evenwijdige lijn door B. Om b uit te rekenen, als je v en f kent gebruik je: Om v uit te rekenen, als je b en f kent gebruik je: L hoofdas F F B v b