270 likes | 385 Vues
Kennis voor de mobiliteitspraktijk in stedelijke regio’s Eerste resultaten van 10 DBR onderzoeksprojecten Presentatie Professor Bert van Wee – TU Delft VerDuS Congres 19 november 2012. DBR Onderzoeksprojecten. Electric mobility – elektrisch vervoer
E N D
Kennis voor de mobiliteitspraktijk in stedelijke regio’s Eerste resultaten van 10 DBR onderzoeksprojecten Presentatie Professor Bert van Wee – TU Delft VerDuS Congres 19 november 2012
DBR Onderzoeksprojecten Electric mobility – elektrisch vervoer Value of recreation – recreatieverkeer nu en later SRMT – multimodale netwerken TRISTAM – slimmere reizigersinformatie Mobility management – mobiliteitsmanagement CESAR – klimaatverandering, ruimtelijke ontwikkeling en vervoersgedrag Synchronizing Networks – gedragspatronen reizigers Sustainablemaintenancepolicy – klimaatbestendig beheer en onderhoud I-PRISM – beprijzingsbeleid personenvervoer Sustainablemultimodelfreight transport – duurzaam goederenvervoer ITOD – implementatie transit orienteddevelopment (Noordvleugel) TOD – transit orienteddevelopment (Zuidvleugel) Bicycleuse in the Randstad and itspolicyimplications - fietsgebruik
1. The feasibility and impact of the transition to electric mobility in the Randstad Van Wee (TUD i.s.m. VU, RUG) • Huidige fase EV: veel optimisme. Benut dit. In de toekomst minder optimisme. • Rol overheid als lead customer: beperkt in tijd. Daarna moeten Evs concurrerend zijn. • Niet alleen volledig EV, maar ook plug-in hybrids oplaadinfrastructuur van belang zodat men werkelijk deels op electriciteit rijdt. • EV kans en bedrijving electriciteitssector. Wie beheert infra?
1. The feasibility and impact of the transition to electric mobility in the Randstad Van Wee (TUD i.s.m. VU, RUG) • Huidige fase EV: veel optimisme. Benut dit. In de toekomst minder optimisme. • Rol overheid als lead customer: beperkt in tijd. Daarna moeten Evs concurrerend zijn. • Niet alleen volledig EV, maar ook plug-in hybrids oplaadinfrastructuur van belang zodat men werkelijk deels op electriciteit rijdt. • EV kans en bedrijving electriciteitssector. Wie beheert infra?
1. The feasibility and impact of the transition to electric mobility in the Randstad Van Wee (TUD i.s.m. VU, RUG) • Huidige fase EV: veel optimisme. Benut dit. In de toekomst minder optimisme. • Rol overheid als lead customer: beperkt in tijd. Daarna moeten Evs concurrerend zijn. • Niet alleen volledig EV, maar ook plug-in hybrids oplaadinfrastructuur van belang zodat men werkelijk deels op electriciteit rijdt. • EV kans en bedrijving electriciteitssector. Wie beheert infra?
1. The feasibility and impact of the transition to electric mobility in the Randstad Van Wee (TUD i.s.m. VU, RUG) • EVs leidenmogelijk tot lager autobezit / andererol auto. • Maakparkeerbeleiddynamisch / evolutionair. Privileges minder bijsterkegroeiaantal EVs. • Verschillendefasen EV: verschillendeconsumenten en verschillen in rol attitudes. Dynamiekbeleid. • Consumentenvinden nu hybridesveelaantrekkelijkerdanvolledigelektrische auto’s. • Intentiesconsumsentenhangenaf van aanschafprijs en (verwachte) restwaarde, variabelekosten, actieradius, oplaadtijd (langzaam en snel), omrijdenvooropladen, CO2-emissie.
2. The value of recreation: now, and in a completely different future Van Wee (TUD i.s.m. TUE, VU) • Vrijwel alle vormen van recr. (buitenrecr., sport of hobby) < 5 kilometer. Stedelijke en culturele recr: 5-10 km. • De bereikbaarheid van recreatieve bestemmingen is bepalend in de vraag naar dagrecreatie. Zorg voor voldoende aanbod nabij steden; SVIR risico: verstedelijking verdringt recreatie • Mensen met niet-westerse achtergrond: behoefte aan gemeenteparken, ouderen: bos- en natuurgebieden. NB: veranderingen in de tijd.
2. The value of recreation: now, and in a completely different future Van Wee (TUD i.s.m. TUE, VU) • Geen groot neg effect van verstedelijking op buitenrecr. (bijv. park- of bosbezoek). Verstedelijking leidt tot meer sted. recreatie (shoppen, uitgaan, cultuurbezoek). • Vakantiekeuze jongeren: prijs belangrijker dan bestemmingen. ETS effectief; meer dichter bij huis • Substantiële veranderingen (oliecrisis, 9/11, ICT innovaties): (korte termijn) directe effecten – lagere transportvraag; (lange termijn). Lange termijn weer meer vraag. Geldt dit ook voor veel duurdere brandstof (opraken olie, klimaatbeleid)? • Vakantie: vervoermiddel, accommodatie en duur interacteren • Sterke prijsstijgingen: afnemende prijsgevoeligheid
2. The value of recreation: now, and in a completely different future Van Wee (TUD i.s.m. TUE, VU) • Sporten en hobby’s (buitenshuis) vormen een substituut voor buitenrecreatie; Stedelijke recreatie (funshoppen, cultuurbezoek) is complementair aan buitenrecreatie • Consumenten willen diversiteit (niet meer van zelfde) • Waardering: nationale parken = + / nat. landschappen = - • Binnenstad: grootte; aangezicht van belang • Eenpersoonshh: meer dagrecr, minder vakantie, ook ouderen • Fietsen voor werk en recreatief: positief gecorreleerd
3. Integrale duurzame bereikbaarheidsstrategieën (SRMT) Hansen (TUD i.s.m. VU, UvA, UT) • Agglomeratievoordelen: meer ruimtelijke scheiding kantoren/winkelcentra/onderwijs- en zorginstellingen; binnen- en buitengebieden. Gevolg: grotere verplaatsingsafstanden, meer congestie. Hoger waarde/ aantrekkelijkheid van commerciële bedrijfslocaties op loopafstand van IC-stations (600 m). Mede afhankelijk van congestie wegen. 2. Modellering, schatting en evaluatie van de effecten van alternatieve (scenario’s voor) multi-modale vervoernetwerken m.b.v. optimalisering voor meerdere doelstellingen (bereikbaarheid, capaciteitsbenutting, exploitatiekosten, energieverbruik, CO2) mogelijk).
3. Integrale duurzame bereikbaarheidsstrategieën (SRMT) Hansen (TUD i.s.m. VU, UvA, UT) Succesfactoren voor Transit OrientedDevelopment (TOD) strategieën zijn: 1. Bestuurlijke eenvoud 2. Decentrale bevoegdheid voor het heffen van vervoerbelasting op inkomen/arbeidsplaatsen/voertuig/ grondbezit en weggebruik/parkeer/milieuheffing 3. Bekostiging van hoogfrequente geïntegreerde regionale OV-netwerken 4. Verdichting/menging van woningen/winkels/ gastronomie/kantoren en schone, veilige B&R/P&R voorzieningen bij stations en 5. Consistent overheidsbeleid (>10 jaar).
4. TRISTAM: Traveller Response and Information Service Technology: Analysis and Modelling Timmermans (TUE, TUD-TBM, TUD-CiTG, VU) • Reisinformatie kan een nuttig hulpmiddel zijn voor verkeersmanagement. Echter: • Specifieke impact is sterk afhankelijk van de locale situatie • Bereidwilligheid ervoor te betalen is gering • Presentatie van aanbieden informatie heeft gevolgen voor gedragsconsequenties • Het is van essentieel belang een goed beeld te hebben van het strategisch gedrag van reizigers (nader inzicht en relevantie volgt)
5. Mobility management and climate change Van Ommeren (VU i.s.m. UU) • Auto van de zaakkomtvaakvoor: 1 op 8 • Fiscalebehandelingvan de auto van de zaakleidt tot: - Extra woonwerkkilometers (+16%) - Extra vrijetijdkilometers - Grotereduurdere auto’s van de zaak (+100%) - Meer auto’s per huishouden (+20%)
5. Mobility management and climate change Van Ommeren (VU i.s.m. UU) Aanbevelingenbeleid (nietzobelangrijkvoorpraktijk) • Verhoogbijtelling auto van de zaak met 25% (dus 0% wordt 25%; 14% wordt 39%; 24% wordt 49%). • Schaf de vrijstellingaf (politiekediscussie). • Indien 1. politiekniethaalbaar is, verlaagbijtellingvoor auto’s tot € 20.000 en verhoogbijtellingvoordure auto’s (bijvoorbeeld van 24% naar 10% en verhoogboven de € 20.000 naar 49%). Op dezemanier is de belastingstructuur minder verstorend
6. CESAR - Climate and Environmental change and Sustainable Accessibility of the Randstad Dijst (UU i.s.m UvA, RUN, WUR) Als gevolg van klimaatveranderingen zullen in 2050 vervoerwijzekeuzen veranderen • Winter: toename lopen, fietsen en OV; afname auto • Zomer: afname fietsen en OV; toename auto • Over gehele jaar: toename fietsen • Vooral vrijetijdsactiviteiten worden beïnvloed Klimaatveranderingen mitigeren via RO (meer groen, water) en stedenbouw (hoogte gebouwen; breedte straten) Inspelen op veranderende vervoervraag (meer fietsinfrastructuur)
6. CESAR - Climate and Environmental change and Sustainable Accessibility of the Randstad Dijst (UU i.s.m UvA, RUN, WUR) Klimaatbestendige planning door verbeterde inzet van planning support systemen (PSS): • Als tijd- en kostenbesparing • Als interactief leerproces • Als brug tussen wetenschap en praktijk • Vergroting van transparantie, flexibiliteit en communicatieve waarde van informatie en kennis (meer fietsinfrastructuur)
7. Synchronizing Networks: the modelling, use, governance and design of supernetworks Molin (TUD i.s.m. TUE en RUN) synchronisatie mogelijkheden
7. Synchronizing Networks: the modelling, use, governance and design of supernetworks Molin (TUD i.s.m. TUE en RUN) Dominante relatie tussen beleid en synchronisatie mogelijkhedenante relaties tussen beleid en synchronisatie mogelijkheden
8. Climate change and infrastructure performance: whould we worry about it? Dewulf (UT i.s.m. WUR) Spoorinfrastructuur – gebaseerd op een analyse van ProRail data voor 2 trajecten en KNMI klimaat scenario’s Weg: - Winter (vorst/dooi) belangrijkste oorzaak problemen- Beheer niet enkel afhankelijk maken van asfalt levenscyclus
8. Climate change and infrastructure performance: whould we worry about it? Dewulf (UT i.s.m. WUR) • Spoor: • Historisch: meeste (rail)incidenten door sneeuw en ijs (wissels) • Toekomst: vaker problemen in de zomer. Hevige sneeuwval blijft probleem • Vooral veel op te lossen door betere wissels • - Beheer en onderhoud is nu vooral reactief. Noodzaak om beheerstrategie aan te passen aan weersomstandigheden. • - Consistentie en systematische verzameling data noodzakelijk voor besluitvorminghe verzameling data noodzakelijk voor besluitvorming
9. IPRISM - Innovative Pricing for Sustainable Mobility Verhoef (VU, RUG, TUD-CiTG, TUD-TBM) • Voor het bepalen van optimale prijzen: rekening houden met verstoringen op andere markten, zoals de arbeidsmarkt. Anders kunnen de effecten zelfs welvaartsverlagend zijn. • De welvaartseffecten van prijsbeleid hangen af van gebruik opbrengsten. Opbrengsten dus: manier om “acceptatie te kopen” en beïnvloeden welvaartseffecten. • Gedifferentieerde kilometerheffing: minder congestie. Ook: potentiële voordeel dat het arbeidsbelastingen afhankelijk kan maken van de woon-werkafstand.
9. IPRISM - Innovative Pricing for Sustainable Mobility Verhoef (VU, RUG, TUD-CiTG, TUD-TBM) • Tol-concurrentie tussen lokale overheden leidt doorgaans tot sub-optimale uitkomsten (model nog in ontwikkeling) • Het beschouwen van meerdere stakeholders en hun (conflicterende) belangen leidt tot nieuwe en verrassende beprijzingsstrategieën. (concretisering volgt later)
9. IPRISM - Innovative Pricing for Sustainable Mobility Verhoef (VU, RUG, TUD-CiTG, TUD-TBM) Percepties van gebruikers worden gekleurd door motivatie: prettige/relevante informatie wordt makkelijker aanvaard dan onprettige/irrelevante informatie. Implicaties: • Gebruikers die financieel voordeel verwachten van prijsbeleid zullen sneller positieve effecten zien/geloven • Simpelweg informatie presenteren over de voordelen van prijsbeleid (bv. over verwachte afname in files) leidt niet noodzakelijkerwijs hogere acceptatie • Informatie over de nadelen/voordelen van gedrag heeft vooral invloed wanneer die informatie aansluit bij belangrijke persoonlijke waarden (bv. milieubescherming)
9. IPRISM - Innovative Pricing for Sustainable Mobility Verhoef (VU, RUG, TUD-CiTG, TUD-TBM) - Kranten: de toon over Rekening Rijden (RR)/Kilometerprijs (KH) meer positief dan negatief is. Volkskrant, NRC en Trouw positiever dan Telegraaf. AD: + / - - De houding van kranten varieert; afhankelijk van beleidsontwikkelingen, ontwerpkarakteristieken, invloed op huishoudbudgetten, files en privacy. - Kranten zijn niet alleen doorgeefluik van gebeurtenissen en standpunten, maar ook zelf een actor door (per krant verschillende) politieke voorkeuren te communiceren. - Als de overheid teveel de positieve kanten van beprijzen benadrukt dan leidt dit tot wantrouwen en dus tot een toename van negatieve aandacht in de media. - De positie van invloedrijke actoren zoals de ANWB en de Raad van State bepaalt soms de media-aandacht. - De overeenstemming tussen veel actoren leidt tot positieve media-aandacht (bv. ‘Nouwen’)
10. Towards a sustainable multimodal freight transport system for the Randstad Tavasszy (TUD i.s.m. VU) • De reactie van handelsstromen op maatregelen die internationale handel faciliteren (bv innovaties Douane, NLIP, synchro) verschillen sterk per productgroep. • Het effect van veranderingen in transportkosten op (de)concentratie van distributiecentra is significant en lijkt voldoende om, aanvullend op transportbeleid, ruimtelijk beleid te voeren. Effect verschilt ook sterk per productgroep/branche. • Nieuwe modellen geven inzicht in effect van de toekomstige ontwikkeling van goederenstromen op de ruimtevraag naar grote distributielocaties. Ook het effect van allerlei beleidsmaatregelen kan met de nieuwe modellen worden nagegaan.
10. Towards a sustainable multimodal freight transport system for the Randstad Tavasszy (TUD i.s.m. VU) • Internalisatie van de kosten van CO2-uitstoot leidt tot bundeling van stromen in multimodale netwerken en tot afname van de totale kosten (interne+ externe kosten). Bedrijven maken zelf het netwerk duurzamer zolang er nog bundelingpotentieel over is. • Bundeling van stromenzalleiden tot eenverandering in de ruimtelijkepatronen van goederenstromen, waardoorcentraalgelegen terminals snellerzullengroeiendanandere. • Het is momenteelongebruikelijkomsamenhangendebeleidspakkettenteformulerenvoorstedelijkedistributie. Beleid is gefragmenteerd, ad hoc en instabiel. De grotecomplexiteit van actoren en belangen in de stedelijkeomgeving is hierdebetaan.
Next steps • Afronding projecten in 2014 • DBR Synthesestudies: vertalen kennis naar de praktijk • - notities wetenschappers en beleidsmedewerkers • - bijeenkomsten onderzoek & praktijk • Belang van betrokkenheid ‘praktijk’ voor vertalen van kennis naar de praktijk & formuleren van nieuwe praktijkrelevante onderzoeksvragen • Zie website:www.verdus.nl/dbr